maandag 29 april 2024

Bain-de-Bretagne en chateau Fougeres

 

Zaterdag zouden we iets anders doen dan de andere dagen. Al weken geleden had het vrouwtje met een paar andere WAC deelnemers samen bij de manege een trainingsveld gehuurd, zodat wij hondjes alvast aan de toestellen konden wennen. Jullie zullen dat nu misschien wat vreemd vinden. Een wip is toch een wip en een kattenloop een kattenloop, zullen jullie waarschijnlijk denken. Nee hoor, dat is echt niet zo. Al die toestellen hebben vaak verschillende kleuren. De meest gebruikelijke is blauw met een rood raakvlak. Maar je hebt de toestellen in alle kleuren. Thuis hebben we bijvoorbeeld een wip die blauw is met een geel raakvlak. Het meest irritant voor ons hondjes is een groen raakvlak, vooral als dat op gras staat. Onmogelijk voor ons om te zien, dus springen alle hondjes veel te vroeg van het toestel af. Er moest dus getraind worden.

 


Toen we ‘s ochtends opstonden regende het echt pijpenstelen. Per plaats kan dat natuurlijk verschillen, dus reden we toch vrij enthousiast naar de manege in Bourgbarré. Helaas ook daar geen beter weer. Op de parkeerplaats was zoveel blubber dat vrouwtje bang was dat we daar vast zouden komen te zitten. En haar vrees was niet ongegrond. Een paar uur later moesten ze iemand anders van ons team inderdaad wegslepen. Het trainingsveld dat we gehuurd hadden, bleek buiten te liggen. Ook daar overal blubber. Het vrouwtje ging in overleg met de andere baasjes met wie zij het veld gehuurd had en gezamenlijk werd afgesproken om niet te gaan trainen. Dat was gewoonweg te gevaarlijk. Wil tenslotte niet mijn pootjes breken. Na een gezellig onderonsje met de andere baasjes en hondjes gingen we weer naar ons huisje terug. Was jammer, maar wandelen in de stromende regen is ook niet leuk.

 

Chateau Combourg

Zondag was het weer gelukkig weer iets beter. Helaas geen tijd voor uitstapjes, want we moesten verhuizen. Van Saint-Cast is het ruim een uur naar de manege in Bourgbarré, veel te ver om dagelijks te rijden. Daarom heeft het vrouwtje een huisje gehuurd in Bain-de-Bretagne, dat dichter bij de manege ligt. Vóór we naar het zuiden vertrokken mochten we nog een keer op het strand rennen. Nog één keer uitgebreid rennen en daarna op naar het volgende huisje. Onderweg stopten we nog even bij kasteel Combourg. We hadden tijd zat, in onze nieuwe huisje waren we pas om een uur of vier welkom. Veel was er helaas niet te zien.

 


In Bain-de-Bretagne aangekomen stond ons meteen een verrassing te wachten. Er was een wielerevenement, waarvoor een hoop straten in het dorp waren afgesloten. Op ieder kruispunt stonden mensen om je een andere kant op te sturen. Na lang heen en weer te hebben gereden, waren we eindelijk bijna bij ons nieuwe huis. Nog even rechts afslaan en over een bruggetje rijden, daarna links afslaan en klaar. Vanaf het kruispunt kon je ‘ons huisje’ al zien staan, was een afstand van hooguit 200 meter. Helaas stond ook op dat kruispunt zo’n mannetje, dat aangaf dat we links moeten afslaan. Vrouwtje had er nu echt genoeg van. Ze parkeerde de auto, stapte uit en probeerde dat mannetje uit te leggen dat wij rechts moeten afslaan. Die goede man bleef echter onverbiddelijk: rechts afslaan is verboden. Klaar.

 

Chateau Fougeres

Baasje zocht met zijn mobiel een andere weg, maar die was er gewoonweg niet. Het huisje ligt namelijk aan een meer, met aan de voorkant slechts een stukje straat. Een paar meter achter het huis gaat de straat over in een wandelpad. Hoe je het ook wendt of keert, je moet over de brug, maar die was dus van beide kanten afgesloten. Het was echt hopeloos. Na eeuwig rondjes te hebben gereden, mochten we kort vóór vijf uur eindelijk over de brug rijden. Nou zeg, wat een gedoe.


Toen kwam meteen de volgende tegenvaller: ons huisje. Daar hadden we toch heel andere voorstellingen van. De ingang naar het huisje was via de achtertuin door een poort. Halverwege de tuin moest je een lange trap naar boven, die naar een terras leidde. Nou, dat was natuurlijk iets voor Ayda. Die heeft het namelijk niet zo op trappen. Net als thuis moest het vrouwtje haar oppakken en naar boven dragen. Bij het terras is de deur naar het appartement. Daar heb je een lange, smalle gang met aan de rechterkant twee deuren naar de slaapkamer en naar de woonkamer. Aan het eind van de lange gang ligt de keuken, die niet veel breder is dan de gang zelf en aan het eind daarvan ligt wederom een terras met uitzicht op het meer. Onze verhuurder, die in de benedenwoning blijkt te wonen, legde tijdens de bezichtiging uit dat wij alleen in de gang, keuken en op de terrassen mogen komen. Op de deuren van de woon- en slaapkamer hingen ook grote verbodsborden voor honden. Serieus? Het vrouwtje had van tevoren uitgebreid met de verhuurder gemaild. Ze heeft duidelijk uitgelegd dat wij altijd daar zijn waar zij ook is. Ook heeft ze geschreven dat wij ‘s nachts braaf op onze dekentjes slapen. Niet één keer heeft de verhuurder aangegeven dat wij de helft van het appartement niet mogen betreden. Ik zag mijn vrouwtje braaf knikken en hoorde haar telkens ‘oui, oui’ zeggen, maar ik zag meteen aan haar hele houding dat ze nogal boos was. Als meneer geen honden in bepaalde kamers wil hebben, prima, maar zeg dat dan van tevoren. Dan waren wij op zoek gegaan naar een ander huis.

Na uitgeslapen te hebben, overigens gewoon braaf op onze dekentjes in de slaapkamer, was het vandaag tijd voor ons laatste echte uitstapje. In de buurt ligt het middeleeuwse stadje Fougères, met het gelijknamige kasteel. Dat was echt prachtig. Kasteel De Haar bij ons is al een enorm gebouw, maar het kasteel van Fougères is denk ik drie tot vier keer groter. Wauw, zoiets hebben we echt nog nooit gezien. Ook het stadje zelf was een soort openluchtmuseum. Er was zoveel te zien dat we er de hele dag hebben rond gewandeld.

vrijdag 26 april 2024

Saint-Jacut-de-la-Mer en Saint Malo

 

Rechts van Saint-Cast liggen Saint-Jacut-de-la-Mer en de Archipel des Ébihens. Het laatste ligt min of meer op gelijke hoogte met Saint-Cast, maar door het water dat ertussen ligt moet je wel helemaal omrijden. De rit daar naartoe is al een hele belevenis. Het schiereiland is echt erg mooi om te zien. Wij reden door naar het noordelijkste punt, waar gelukkig genoeg parkeergelegenheden waren.

 


Toen we daar arriveerden was de eb al begonnen, daarom waren we ook niet al te vroeg op pad gegaan. De verschillen tussen de getijden zijn hier in Bretagne veel groter dan bij ons. Als je een paar minuten kijkt, zie je al een enorm verschil. Je kon het water letterlijk zien wegtrekken. Het strand werd steeds breder. Waar vijf minuten eerder nog volop zee was, kon je ineens op het zand lopen. Wij vonden dat echt allemaal heel bijzonder.

 


Vrouwtje maakte van de gelegenheid ook meteen gebruik om een foto van mij te maken. Over vier dagen ben ik namelijk jarig en dan moet een mooie foto van mij worden geplaatst. Hopelijk is die mooi geworden. Ik heb in ieder geval mijn best gedaan.

 


In de verte kon je de archipel zien liggen. Bij vloed liggen al die eilandjes in het water. Zonder boot kun je die geen van allen bereiken. Bij eb wordt echter een lange zandstrook zichtbaar. Je kan dan van het schiereiland naar al die andere eilandjes wandelen. In het begin heb je van die hele kleine eilandjes, helemaal in het noorden ligt het grootste. Het vrouwtje was eigenlijk van plan om daar helemaal naartoe te wandelen.

 


Om bij het juiste punt op het strand te komen, moet je bij hele hoge rotsen een steile trap naar beneden gaan. Zoals ik al eerder verteld heb, heeft mijn vrouwtje ontzettende hoogtevrees. Ze stuurde daarom eerst het baasje die de situatie moest verkennen. Toen baasje terugkwam en vertelde dat de trap nogal steil is en overal diepe afgronden zijn, was mijn vrouwtje snel genezen.

 


Ikzelf zag zo’n wandeling eerlijk gezegd ook niet zo zitten. Om naar het grootste eiland te komen is het een flinke wandeling. Je mag ook niet treuzelen, want je hebt slechts een paar uur vóór het water weer terugkomt. Vrouwtje had een verhaal gelezen van mensen die te lang op het noordelijke eiland rondgelopen hadden. Kennelijk waren ze vergeten dat je hier met getijden te maken hebt. Toen ze weer terug wilden wandelen naar het schiereiland, kwamen ze tot de ontdekking dat het eiland inmiddels midden in het water lag. Ze moesten daar dus blijven tot het weer eb was. Beetje wandelen vind ik leuk, maar op mijn leeftijd zijn dat soort afstanden net iets te ver. En eerlijk gezegd zie ik me ook niet overnachten op zo’n piepklein eiland dat omringd is door water. Kortom: het vrouwtje en ik waren het snel helemaal met elkaar eens. We gingen gezellig op een bankje zitten om van het uitzicht op al die eilandjes te genieten.

 


Later op de middag gingen we naar Saint-Malo. Hoe de baasjes op dat idee waren gekomen weet ik niet zo goed. Volgens mij weten ze dat zelf niet. Het was in ieder geval geen succes. Het was al een crime om daar te komen. Al snel stonden we in een eindeloze file richting het stadje. Overal waren enorm grote parkeerterreinen, maar die waren allemaal vol. Als mijn vrouwtje een hekel aan iets heeft dan zijn dat files, zoeken naar een parkeerplaats en mensenmassa’s. Hier had je alle drie componenten in overvloed.

 


Na heel lang zoeken vonden we eindelijk een parkeerplaats op de onderste etage van een parkeergarage. Weer boven aangekomen wemelde het van de toeristen. Op een groot plein, dat direct in de buurt van de parkeergarage lag, stond een foodtruck. De baasjes besloten om daar eerst iets te gaan eten en  om tijdens het eten de eventuele vervolgstappen te bespreken. Tijdens het eten werd snel duidelijk dat de baasjes er weinig voor voelden om een uitgebreide stadswandeling met ons te maken. Veel te gevaarlijk voor ons. Al die mensen letten namelijk niet goed op en voor je het weet staan ze op onze pootjes. Na drie minuten wandelen hadden we er allemaal meer dan genoeg van. Snel terug naar de parkeergarage, naar onze veilige auto, en weer terug naar Saint-Cast.

 

woensdag 24 april 2024

Dinan en Moncontour

 

Hier in Bretagne heb je veel oude stadjes en dorpjes. Mijn baasjes zijn daar helemaal gek op. Het zal jullie dan waarschijnlijk ook niet verbazen dat we een aantal daarvan moesten bezichtigen. Gisteren stond Dinan op het programma. Dat is een stadje dat ten zuiden van Saint-Cast ligt. Ondanks dat we er vroeg waren, was het niet makkelijk om een parkeerplaats te vinden. Je had weliswaar talloze parkeerplaatsen, maar die waren allemaal vol. Na lang zoeken is het uiteindelijk gelukt om een plekje voor onze auto te vinden.

 


Het stadje was echt te moeite waard. Eigenlijk is het stadje niet echt groot, nog geen vijftienduizend inwoners. Maar volgens mij hetzelfde aantal toeristen. Het is erg oud en was al in de elfde eeuw een klein stadje. Knap dat al die huizen nu nog staan.

 

Dinan

Na een uitgebreide rondwandeling gingen we gelukkig weer naar het strand. In Saint-Cast. Tot nu toe hebben we een beetje rechts en links gewandeld, maar aan de rechterkant is achter de rotsen nog een heel uitgebreid gebied. Tussen al die rotsen zijn prachtige schelpen te vinden, die heel anders zijn dan bij ons aan de kust. Sommigen zijn zelfs groter dan de hand van het vrouwtje. De baasjes konden het niet laten om op zoek te gaan naar de mooiste exemplaren.

 


Ook vanochtend begon de dag met een flinke strandwandeling. Deze keer niet op het strand van Saint-Cast, maar op het strand bij Îlot Saint-Michel in Erquy. Even voor de duidelijkheid: dat is niet hetzelfde als Mont Saint-Michel. Die ligt namelijk in Normandië en niet hier in de buurt. Op het strand waar wij waren ligt voor de kust een piepklein eilandje met daarop een heel klein kerkje.

 


Het strand zelf was ook prachtig. Heel lang en breed en nagenoeg zonder mensen. We konden ons dus weer zo echt uitleven. Midden op het strand had je verschillende rotsen die helemaal zwart waren van de mosselen die daarop zaten. Wauw. Zoiets hebben we nog nooit gezien. Vooral Tosha vond dat te gek. Ze klom meteen op al die rotsen en poseerde daar voor foto’s. Over het algemeen is het niet zo makkelijk om foto’s van mijn kleine zus te maken, maar nu had ze echt zoiets van ‘vrouwtje, nu mag je wel op het knopje drukken’. Nou beste mensen, soms maak ik echt iets mee met mijn gekke zussen.

 


In de middag stond nog een bezoek aan het dorpje Moncontour op de planning. In tegenstelling tot Dinan, waar we gisteren waren, was het daar nogal uitgestorven. We zijn volgens mij tijdens onze rondwandeling nog geen tien mensen tegengekomen. Oké, het dorpje was stukken kleiner dan Dinan, er viel ook niet zoveel te zien, maar ook hier stonden prachtige oude gebouwen. Blijkbaar bij de doorsnee toerist niet zo bekend. Het voordeel was natuurlijk dat we hier geen parkeerplaats hoefden te zoeken.



maandag 22 april 2024

Saint-Cast-le-Guildo

 

In december heb ik jullie een keer verteld dat mijn vrouwtje en ik ons geplaatst hebben voor het wereldkampioenschap van de Fhn (het WAC). Dat vindt plaats van 1 t/m 5 mei in Bretagne. Ik was daar eigenlijk niet zo kapot van, want Bretagne ligt in Frankrijk en daar heb ik sinds Mont Dore niet zo goede herinneringen aan. Het vrouwtje verzekerde me echter dat het nu helemaal anders zou zijn. Bretagne is een hele fijne streek, zei ze. Nou goed, vooruit dan maar, dacht ik.

 


Zaterdagochtend vertrokken we om kwart over acht van huis met een hele kofferbak vol met spullen. Ik vond dat wel een beetje vreemd, want waarvoor hebben we zoveel spullen nodig voor een paar dagen? Onderweg vertelde het vrouwtje echter dat we een hele lange reis maken. Eerst bijna anderhalve week vakantie en daarna het WAC.

 


Gelukkig verliep de reis prima. In het noorden van Frankrijk was het weliswaar een beetje druk, maar we hadden geen echte file en konden weer vlot doorrijden. Toen we in de buurt van Normandië kwamen merkte ik dat het vrouwtje wel een beetje gespannen was. Van kennissen had ze namelijk gehoord dat je daar ergens een doodenge brug over moet. Iedereen was het erover eens: die brug is een echte horror. Torenhoog. We reden en reden, maar gelukkig geen enge brug op onze weg. Vrouwtje begon langzamerhand weer te ontspannen. En toen doemde ineens een boord op: ‘Péage Pont de Normandie’, hetgeen betekent dat je tol moet betalen om over de brug te mogen rijden. En daarachter lag die dan, die doodenge brug. Maar liefst 214 meter hoog. Dat gaat het hem niet worden, dacht ik. Mijn vrouwtje heeft vreselijke hoogtevrees, die gaat niet eens op een keukentrapje staan, laat staan dat ze over zo’n hoge brug rijdt. Maar ja, we moesten er overheen, want we wilden immers naar Bretagne. We hadden geluk. Op de brug waren ze bezig met wegwerkzaamheden. De rechter rijstrook was afgesloten en iedereen moest in het midden rijden. Vrouwtje keek strak voor zich uit. Binnen no time waren we aan de andere kant.

 


Om zes uur ‘s avonds kwamen we bij de supermarkt aan, waar de baasjes even een paar dingetjes kochten. Daarna reden we naar het huis in Saint-Cast-le-Guido dat we gehuurd hadden. Wauw! Wat een prachtig huis, zowel aan de buiten- als aan de binnenkant. Erg groot, ingericht met prachtige oude meubels, en met een voor- en achtertuin. Nou, mij hoor je niet klagen. Mijn zussen trouwens ook niet. Iedereen is dik tevreden.

 


Gisteren hebben we het rustig gehouden. Na de lange reis was het tijd voor ontspanning. Saint-Cast staat bekend voor zijn prachtige stranden, waar er zelfs meerdere van zijn. Helaas niet lopend te bereiken, maar met de auto waren we binnen zes minuten op het prachtige strand van Pen Guen. Daar hing echter een groot bord waarop stond dat wij aangelijnd moeten blijven. Oeps. Dat was toch een flinke tegenvaller. Wat moeten we aangelijnd op het strand? Dat is niet echt leuk, hè. Gelukkig waren we zo’n beetje de enigen die op het strand wilden lopen. Het was nogal fris en het waaide. Na een stukje aan de riem te hebben gelopen mochten we uiteindelijk toch los.

 

Fort La Latte

Even voor de duidelijkheid. Mijn baasjes houden zich over het algemeen erg netjes aan regels. Hele brave mensen, die baasjes van ons. Maar er zijn grenzen. Als een regel gewoon dom is en nergens op slaat, dan zijn ook mijn brave baasjes geneigd om zo’n regel aan hun laars te lappen. Er was nagenoeg niemand op het strand. Dus wie had zich aan ons kunnen storen? Bovendien blijven we, ook als we niet aan de riem zijn, altijd in de buurt van de baasjes. We luisteren ook allemaal erg goed. Als de baasjes ons roepen, dan komen we meteen en kunnen desnoods aangelijnd worden. We hadden in ieder geval heel veel plezier. Het zand is bijna wit en het water is groen. Ook is het licht hier heel bijzonder. Echt prachtig allemaal. Dat was echt genieten.

 

Cap Frehel

Na de rustige dag van gisteren was het vandaag tijd voor een uitstapje. Gelukkig liggen hier veel bezienswaardigheden binnen handbereik, dus lang in de auto zitten hoeft niet. Als eerste reden we naar Fort La Latte, dat ten westen van Saint-Cast ligt. Dat is een gigantische burcht, die direct op de kliffen gebouwd is. Vanuit de burcht heb je een prachtig uitzicht op de zee. We mochten ook bijna overal komen, wat erg prettig was. Alleen niet in de toren. Baasje was van plan om die in zijn eentje te beklimmen, maar toen hij al die trappen zag was hij iets minder enthousiast en keerde snel om. Vanuit de burcht kan je ook Cap Fréhel zien, waar we vervolgens naartoe gingen.

 

Uitzicht vanaf Cap Frehel op Fort La Latte

Dat was eigenlijk een beetje een tegenvaller. Het was daar stervensdruk, terwijl er eigenlijk niet zoveel te zien was. Op een bepaald punt kan je Fort La Latte zien. Maar ja, daar kwamen we net vandaan. Er schijnt ook een wandelpad te zijn tussen het cap en het fort. Zag er wel nogal gevaarlijk uit. Een smal pad langs de kliffen en een diepe afgrond. Ik denk dat je mijn vrouwtje miljarden zou kunnen bieden, maar ze zou geen stap op dat pad zetten met haar hoogtevrees. Na een uitgebreide wandeling was het tijd om terug te gaan naar het huisje.

woensdag 3 april 2024

TWC en Pasen

 

Op 17 maart was het eindelijk zover: we mochten starten op de finale van de wintercompetitie. Net als zo vaak bij de TWC ging dat niet allemaal van een leien dakje. Een team bestaat altijd uit zes hondjes met de daar bijbehorende baasjes. Helaas had één combinatie van ons team al na de eerste wedstrijd genoeg van de TWC, dus waren we er nog met zijn vijven. Kort vóór de finale werd helaas één baasje ziek, dus bleven we met vier combinaties over, wat natuurlijk enorme druk op de overige combinaties legde. Bij de jumping en het vast parcours moet je namelijk tevens drie uitslagen lopen. Tja, en of je die met zes combinaties moet lopen of met vier is wel een verschil, want je kunt je slechts één diskwalificatie permitteren.

De jumping ging goed. Trainer Johan, ik en teamlid Jill hebben een uitslag gelopen. Romy had helaas een diskwalificatie, wat erg jammer was. Zij is immers razendsnel en zorgt voor weinig punten. Maar we stonden op een achtste plaats na de jumping, dus nog steeds voldoende.

Daarna het vast parcours. Halverwege het parcours was er zo’n echt stomme situatie. Naast de kattenloop stond een sprong die je moest nemen en vervolgens moest je door een tunnel, die onder de kattenloop lag. Het vrouwtje kon echter bij de sprong niet mee naar de tunnel lopen, anders zou ze weer terug moeten lopen en was dan voor het vervolg te laat. Dat snapte ik niet zo goed, dus besloot is maar om niets te doen. Meteen een weigering. Nou, dat was niet al te best, want dat levert veel punten op en die moesten we dus niet hebben. Onze hoop was gevestigd op trainer Johan en op Romy.

Trainer Johan en Teun lopen altijd erg netjes. Niet de snelsten, maar nagenoeg nooit een diskwalificatie. Zo’n combinatie wil je in je team hebben. Ik weet niet wat het was, maar in ieder geval nam Teun ineens een verkeerde sprong en dus diskwalificatie. We konden dat allemaal amper bevatten. Daarna moest het vrouwtje met Romy lopen. Vrouwtje had kennelijk zoiets van ‘we kunnen het toch niet meer winnen’ en rende als een raket door het parcours. Foutloos en een derde plaats. Het rondje van Romy leverde slechts drie punten op. Er was dus weer hoop. Met spanning wachtten we op de totaaluitslag.

We waren tiende. Tien teams mogen door naar de finale. Wat waren we blij. Helaas duurde dat niet al te lang. Na de vier wedstrijden van de voorrondes is één team per regio regiowinnaar. Dat team heeft zich in principe automatisch voor de finale geplaatst, mits zij op de finaledag bij de totaaluitslag tot de beste vijftien behoren. Tot vorig jaar waren er drie regio’s: noord, midden en zuid. Noord is ermee gestopt, dus blijven er twee regio’s met twee regiowinnaars over. Bij regio zuid waren na de vier wedstrijden echter twee teams met precies hetzelfde aantal punten. Daarom zijn beide teams als winnaar aangemerkt. En dat pakte voor ons desastreus uit. Eén van die twee teams stond namelijk op plek elf en kreeg voorrang op ons. Ik vind dat echt een heel oneerlijk iets. Maar goed, wij mochten dus de finaleestafette niet lopen. Vrouwtje had zich daar ontzettend op verheugd, want dat was echt zo’n gaaf rondje. Het is zoals het is. Op naar volgend jaar.

Pasen viel dit jaar helaas heel vroeg en was afgelopen weekend. Net als ieder jaar is met Pasen wedstrijd in Venlo. Romy en ik mochten allebei op de zaterdag starten in de competitie en Ayda in de eerste graad. Meestal is het in Venlo prachtig weer, volop zon. Dat viel dit jaar echter totaal tegen. Nogal koud, een beetje gespetter en een hoop wind. ‘s Middags had het vrouwtje ons allemaal in onze bench gezet zodat we een beetje konden uitrusten. Ineens kwam een enorme windvlaag, waardoor onze hele tent wegwaaide. De baasje sprongen uit hun stoelen op, renden achter de tent aan en probeerden die weer te pakken te krijgen. Haha, het zag er echt hilarisch uit. Romy, Tosha en ik zaten in een grote bench. Die bleven gewoon netjes staan. Ayda zat echter in een kleine bench aan de zijkant van de tent en die werd bijna mee gelanceerd. De bench sloeg over de kop met onze kleine zus erin. Ayda wist echt niet was haar overkwam. Gelukkig is er verder niets gebeurd. Na een uitgebreide knuffelsessie was Ayda de voorval snel weer vergeten.

Paaszondag en -maandag waren we tussen de buien door aan de Maas wandelen. Eigenlijk hadden we ergens anders naartoe gewild, maar met al die buien had dat weinig zin.