Jullie hadden nog een paar foto's van ons tegoed, namelijk van ons uitstapje van woensdag, naar het strandje bij Erquy en de Mont Saint-Michel. Die plaatsen we nu hier.
Vorige week dinsdag was het 30 april en dat is mijn verjaardag. De
elfde al. Jeetje, wat gaat dat hard. Was de eerste keer dat ik die niet thuis
heb gevierd. Veel tijd om te vieren was er bovendien ook niet, want ‘s ochtends
werden we verwacht in de manege in Bourgbarré. Vóór het WAC echt van start kon
gaan, moesten namelijk verschillende zaken worden geregeld. Wij hondjes moesten
allemaal worden gemeten en het vrouwtje en ik moesten ons registreren. Elk land
had een bepaald tijdstip toegewezen gekregen, waarop getraind mocht worden. Nou
ja, training is misschien een te groot woord. Het kwam neer op precies twee
minuten per combinatie die op het parcours getraind mochten worden. We waren
amper begonnen, toen waren we ook alweer klaar. Haha. Ook moest er een
groepsfoto van ons hele Nederlandse team worden gemaakt. Daarna gingen we naar
Châteaugiron, dat nog op ons lijstje stond. Helaas was daar niet al te veel te
zien, dus snel terug naar ons appartement om nog wat uit te rusten.
Woensdag, 1 mei, begon het WAC dan echt. ‘s Ochtends was een
uitgebreide openingsceremonie. Alle deelnemende landen kwamen separaat met vlag
en hun eigen muziek naar binnen en er werd een lange speech gehouden. Was wel
indrukwekkend, maar ook nogal vermoeiend. ‘s Middags mochten we dan ons eerste
parcours lopen: het vast parcours van de biatlon. Een biatlon bestaat uit twee
parcoursen: een vast parcours en een jumping. Je loopt voor ieder parcours een
uitslag, maar nadat je beide parcoursen hebt gelopen worden de uitslagen bij
elkaar opgeteld en de beste drie ontvangen een prijs. Wij liepen het vast
parcours foutloos. Negentiende plaats. Nou, dat was geen slecht begin. Kort vóór
zeven uur ‘s avonds waren we terug in ons appartement. Gelukkig genoeg tijd om
uit te rusten, de volgende ochtend moesten we om kwart voor zes opstaan.
Voor de donderdag stonden twee parcoursen op het programma: in de
ochtend een snooker en in de middag het vast parcours van het team. De snooker
is niet echt het favoriete spelletje van het vrouwtje. Enerzijds vindt ze het
wel leuk om te doen, maar anderzijds raakt ze daar erg gestrest van. Het is erg
moeilijk om uit te leggen wat snooker precies is, want het is een erg ingewikkeld
spelletje. Vrouwtje heeft jaren geleden een workshop van meerdere dagen gevolgd
om de regels te begrijpen. Dat heeft wel iets geholpen, maar nog steeds weet ze
niet alles. Ik houd het daarom kort: snooker gaat feitelijk om strategie. Je
moet binnen een bepaalde tijd zoveel mogelijk punten verzamelen. In
tegenstelling tot de gambling mag je echter niet je eigen route lopen, je moet
je wel houden aan het parcours, waar je wel in beperkte mate je eigen route kan
kiezen. En dat zorgt dus voor stress. Kies je in het begin voor een te lange
route, dan kom je aan het eind tijd tekort en mis je dus punten. De zorgen
waren ongegrond: we liepen als een tierelier en eindigden op een tiende plaats.
Top. De snooker vormt samen met de gambling, een vast parcours en een jumping
(dat zijn andere parcoursen dan voor de biatlon) de totaaluitslag. Die vier
parcoursen beslissen of je wereldkampioen wordt of niet.
De snooker zou eigenlijk rond de middag eindigen, maar liep
gigantisch uit. Op het WAC worden namelijk alle parcoursen in één ring gelopen.
Bij een paar honderd combinaties kost dat natuurlijk enorm veel tijd. Om toch
weer wat in te lopen, werd tijdens de snooker al het team vast parcours in de
ring ernaast opgebouwd, wat eigenlijk nogal stom was. Daar had je geen
tribunes. Je kon alleen vanaf de zijkant staand kijken. Helaas verliep dat
rondje bij ons een beetje raar. Het parcours begon met een sprong, daarna
schutting en vervolgens de breed, alle drie de toestellen in een rechte lijn
achter elkaar. Dus op zich geen enkel probleem. Vreemd genoeg raakte ik echter
de breed, waardoor ik met mijn kop in het zand belandde. Mijn hele neus zat vol
met zand. Als ik een hekel aan iets heb dan is dat zand in mijn neus hebben.
Vind ik ook aan de Maas altijd zo vreselijk. Ik probeerde het zand zo goed en
snel mogelijk uit mijn neus te blazen, want voor een uitgebreide
schoonmaakbeurt was er nu geen tijd. Na een korte aarzeling ging het gelukkig
een stuk beter. Zestiende plaats. Ook onze twee teamgenoten Jessica en Letta hadden
het parcours uitgelopen. Ook dat onderdeel duurde erg lang. Kort vóór negen uur
‘s avonds weer terug.
Vrijdag was een belangrijke dag. Nu moest het vast parcours en de
jumping van de overall rondjes worden gelopen, die, zoals ik net al schreef,
samen met de snooker en de gambling telden voor de wereldkampioentitel. Het
vast parcours was erg moeilijk, met diverse ins en outs en instinkers. Maar
vrouwtje gaf alles erg duidelijk aan, dus was het goed te doen. Kort vóór het
eind liep ik echter bijna een tunnel in, wat vrouwtje nog net op tijd kon
voorkomen. Achtste plaats!
‘s Middags de jumping. Ook die ging in eerste instantie super. Op
een gegeven moment moest ik door een tunnel. Vrouwtje had geen tijd om te
kijken of ik die tunnel ook echt in ging, want zij moest na de tunnel wisselen.
We hebben zoiets ook al zo vaak gelopen, vrouwtje weet dat ze mij kan
vertrouwen en dat ik doe wat van mij verwacht wordt. Maar nu stond meneer de
keurmeester direct bij de ingang van mijn tunnelgat. Ik heb al veel meegemaakt,
maar dat nog nooit. Wat had die goeie man daar te zoeken? Dat snapte ik echt
niet. In plaats van door de tunnel te lopen, ben ik toch even naar die goeie
man gegaan om te vragen of hij misschien zo vriendelijk wil zijn om een stukje
op te schuiven. Vrouwtje was inmiddels achter de tunnel gewisseld en die schrok
zich te pletter. Ze riep mij en stuurde me weer door de tunnel. De rest van het
rondje verliep gelukkig zonder problemen, maar dat akkefietje had natuurlijk
ontzettend veel tijd gekost. Slechts een twintigste plaats.
Zaterdagochtend begonnen we met de gambling, waar je min of meer
je eigen parcours mag samenstellen. Romy scoort altijd erg goed bij dat soort
dingen, want die rent als een gek over alle toestellen. Ik ben een stuk
langzamer en dat levert minder punten op. Achtentwintigste plaats.
‘s Middags moesten we ons tweede teamrondje lopen: de jumping. Die
ging prima. Veertiende plaats. Helaas bleek tijdens de jumping dat één hondje
van ons team (Kyra) geblesseerd was. Haar baasje ging meteen met haar naar de
fysio. Het was afwachten of Kyra de volgende dag tijdens de estafette kon
starten.
Zondag was de laatste dag van ons avontuur. Die begon met de
jumping van de biatlon. Dat was echt geen makkelijk parcours. Ik moet ook
zeggen dat zowel het vrouwtje als ik inmiddels nogal moe waren. Eigenlijk had
ik tijdens de hele wedstrijd veel rust. Ik mocht van de baasjes in mijn eentje
op de achterbank van de auto blijven, waar ik veel geslapen heb. Eigenlijk had
ik goed uitgerust moeten zijn, maar zo’n wedstrijd eist toch op den duur zijn
tol. Thuis heb ik veel meer rust. Ook het vrouwtje had ‘s ochtends steeds meer
koffie nodig om een beetje wakker te worden. Ze had zelfs de grootste moeite om
het parcours te onthouden. Maar gelukkig
ging het allemaal beter dan we verwacht hadden. Achttiende plaats.
Als laatste moest de team estafette worden gelopen. Helaas bleek
Kyra zwaarder geblesseerd dan gedacht, dus moest iemand bij ons team invallen.
Wij en onze andere teamgenoot liepen de estafette foutloos. Helaas had onze
nieuwe teamgenoot al helemaal in het begin een diskwalificatie. Toch nog een
zesde plaats. Niet slecht, maar met drie uitslagen hadden we waarschijnlijk op
het podium gestaan.
Aan alles komt een eind, ook aan ons WAC avontuur. Uiteindelijk
zijn het vrouwtje en ik op de biatlon geëindigd op een twaalfde plek en overall
waren we zeventiende. Dat is niet echt slecht, toch? Het was in ieder geval een
waanzinnig avontuur dat niemand ons nog kan afpakken. We hebben er echt van
genoten. Het was wel op den duur nogal vermoeiend, maar goed, je moet er iets
voor over hebben.