dinsdag 7 mei 2024

WAC en jarig

 

Jullie hadden nog een paar foto's van ons tegoed, namelijk van ons uitstapje van woensdag, naar het strandje bij Erquy en de Mont Saint-Michel. Die plaatsen we nu hier. 

Vorige week dinsdag was het 30 april en dat is mijn verjaardag. De elfde al. Jeetje, wat gaat dat hard. Was de eerste keer dat ik die niet thuis heb gevierd. Veel tijd om te vieren was er bovendien ook niet, want ‘s ochtends werden we verwacht in de manege in Bourgbarré. Vóór het WAC echt van start kon gaan, moesten namelijk verschillende zaken worden geregeld. Wij hondjes moesten allemaal worden gemeten en het vrouwtje en ik moesten ons registreren. Elk land had een bepaald tijdstip toegewezen gekregen, waarop getraind mocht worden. Nou ja, training is misschien een te groot woord. Het kwam neer op precies twee minuten per combinatie die op het parcours getraind mochten worden. We waren amper begonnen, toen waren we ook alweer klaar. Haha. Ook moest er een groepsfoto van ons hele Nederlandse team worden gemaakt. Daarna gingen we naar Châteaugiron, dat nog op ons lijstje stond. Helaas was daar niet al te veel te zien, dus snel terug naar ons appartement om nog wat uit te rusten.

 


Woensdag, 1 mei, begon het WAC dan echt. ‘s Ochtends was een uitgebreide openingsceremonie. Alle deelnemende landen kwamen separaat met vlag en hun eigen muziek naar binnen en er werd een lange speech gehouden. Was wel indrukwekkend, maar ook nogal vermoeiend. ‘s Middags mochten we dan ons eerste parcours lopen: het vast parcours van de biatlon. Een biatlon bestaat uit twee parcoursen: een vast parcours en een jumping. Je loopt voor ieder parcours een uitslag, maar nadat je beide parcoursen hebt gelopen worden de uitslagen bij elkaar opgeteld en de beste drie ontvangen een prijs. Wij liepen het vast parcours foutloos. Negentiende plaats. Nou, dat was geen slecht begin. Kort vóór zeven uur ‘s avonds waren we terug in ons appartement. Gelukkig genoeg tijd om uit te rusten, de volgende ochtend moesten we om kwart voor zes opstaan.

 

Voor de donderdag stonden twee parcoursen op het programma: in de ochtend een snooker en in de middag het vast parcours van het team. De snooker is niet echt het favoriete spelletje van het vrouwtje. Enerzijds vindt ze het wel leuk om te doen, maar anderzijds raakt ze daar erg gestrest van. Het is erg moeilijk om uit te leggen wat snooker precies is, want het is een erg ingewikkeld spelletje. Vrouwtje heeft jaren geleden een workshop van meerdere dagen gevolgd om de regels te begrijpen. Dat heeft wel iets geholpen, maar nog steeds weet ze niet alles. Ik houd het daarom kort: snooker gaat feitelijk om strategie. Je moet binnen een bepaalde tijd zoveel mogelijk punten verzamelen. In tegenstelling tot de gambling mag je echter niet je eigen route lopen, je moet je wel houden aan het parcours, waar je wel in beperkte mate je eigen route kan kiezen. En dat zorgt dus voor stress. Kies je in het begin voor een te lange route, dan kom je aan het eind tijd tekort en mis je dus punten. De zorgen waren ongegrond: we liepen als een tierelier en eindigden op een tiende plaats. Top. De snooker vormt samen met de gambling, een vast parcours en een jumping (dat zijn andere parcoursen dan voor de biatlon) de totaaluitslag. Die vier parcoursen beslissen of je wereldkampioen wordt of niet.

 


De snooker zou eigenlijk rond de middag eindigen, maar liep gigantisch uit. Op het WAC worden namelijk alle parcoursen in één ring gelopen. Bij een paar honderd combinaties kost dat natuurlijk enorm veel tijd. Om toch weer wat in te lopen, werd tijdens de snooker al het team vast parcours in de ring ernaast opgebouwd, wat eigenlijk nogal stom was. Daar had je geen tribunes. Je kon alleen vanaf de zijkant staand kijken. Helaas verliep dat rondje bij ons een beetje raar. Het parcours begon met een sprong, daarna schutting en vervolgens de breed, alle drie de toestellen in een rechte lijn achter elkaar. Dus op zich geen enkel probleem. Vreemd genoeg raakte ik echter de breed, waardoor ik met mijn kop in het zand belandde. Mijn hele neus zat vol met zand. Als ik een hekel aan iets heb dan is dat zand in mijn neus hebben. Vind ik ook aan de Maas altijd zo vreselijk. Ik probeerde het zand zo goed en snel mogelijk uit mijn neus te blazen, want voor een uitgebreide schoonmaakbeurt was er nu geen tijd. Na een korte aarzeling ging het gelukkig een stuk beter. Zestiende plaats. Ook onze twee teamgenoten Jessica en Letta hadden het parcours uitgelopen. Ook dat onderdeel duurde erg lang. Kort vóór negen uur ‘s avonds weer terug.

 


Vrijdag was een belangrijke dag. Nu moest het vast parcours en de jumping van de overall rondjes worden gelopen, die, zoals ik net al schreef, samen met de snooker en de gambling telden voor de wereldkampioentitel. Het vast parcours was erg moeilijk, met diverse ins en outs en instinkers. Maar vrouwtje gaf alles erg duidelijk aan, dus was het goed te doen. Kort vóór het eind liep ik echter bijna een tunnel in, wat vrouwtje nog net op tijd kon voorkomen. Achtste plaats!



‘s Middags de jumping. Ook die ging in eerste instantie super. Op een gegeven moment moest ik door een tunnel. Vrouwtje had geen tijd om te kijken of ik die tunnel ook echt in ging, want zij moest na de tunnel wisselen. We hebben zoiets ook al zo vaak gelopen, vrouwtje weet dat ze mij kan vertrouwen en dat ik doe wat van mij verwacht wordt. Maar nu stond meneer de keurmeester direct bij de ingang van mijn tunnelgat. Ik heb al veel meegemaakt, maar dat nog nooit. Wat had die goeie man daar te zoeken? Dat snapte ik echt niet. In plaats van door de tunnel te lopen, ben ik toch even naar die goeie man gegaan om te vragen of hij misschien zo vriendelijk wil zijn om een stukje op te schuiven. Vrouwtje was inmiddels achter de tunnel gewisseld en die schrok zich te pletter. Ze riep mij en stuurde me weer door de tunnel. De rest van het rondje verliep gelukkig zonder problemen, maar dat akkefietje had natuurlijk ontzettend veel tijd gekost. Slechts een twintigste plaats.

 


Zaterdagochtend begonnen we met de gambling, waar je min of meer je eigen parcours mag samenstellen. Romy scoort altijd erg goed bij dat soort dingen, want die rent als een gek over alle toestellen. Ik ben een stuk langzamer en dat levert minder punten op. Achtentwintigste plaats.



‘s Middags moesten we ons tweede teamrondje lopen: de jumping. Die ging prima. Veertiende plaats. Helaas bleek tijdens de jumping dat één hondje van ons team (Kyra) geblesseerd was. Haar baasje ging meteen met haar naar de fysio. Het was afwachten of Kyra de volgende dag tijdens de estafette kon starten.

 


Zondag was de laatste dag van ons avontuur. Die begon met de jumping van de biatlon. Dat was echt geen makkelijk parcours. Ik moet ook zeggen dat zowel het vrouwtje als ik inmiddels nogal moe waren. Eigenlijk had ik tijdens de hele wedstrijd veel rust. Ik mocht van de baasjes in mijn eentje op de achterbank van de auto blijven, waar ik veel geslapen heb. Eigenlijk had ik goed uitgerust moeten zijn, maar zo’n wedstrijd eist toch op den duur zijn tol. Thuis heb ik veel meer rust. Ook het vrouwtje had ‘s ochtends steeds meer koffie nodig om een beetje wakker te worden. Ze had zelfs de grootste moeite om het parcours te onthouden.  Maar gelukkig ging het allemaal beter dan we verwacht hadden. Achttiende plaats.

 


Als laatste moest de team estafette worden gelopen. Helaas bleek Kyra zwaarder geblesseerd dan gedacht, dus moest iemand bij ons team invallen. Wij en onze andere teamgenoot liepen de estafette foutloos. Helaas had onze nieuwe teamgenoot al helemaal in het begin een diskwalificatie. Toch nog een zesde plaats. Niet slecht, maar met drie uitslagen hadden we waarschijnlijk op het podium gestaan.

 

Aan alles komt een eind, ook aan ons WAC avontuur. Uiteindelijk zijn het vrouwtje en ik op de biatlon geëindigd op een twaalfde plek en overall waren we zeventiende. Dat is niet echt slecht, toch? Het was in ieder geval een waanzinnig avontuur dat niemand ons nog kan afpakken. We hebben er echt van genoten. Het was wel op den duur nogal vermoeiend, maar goed, je moet er iets voor over hebben.

maandag 29 april 2024

Bain-de-Bretagne en chateau Fougeres

 

Zaterdag zouden we iets anders doen dan de andere dagen. Al weken geleden had het vrouwtje met een paar andere WAC deelnemers samen bij de manege een trainingsveld gehuurd, zodat wij hondjes alvast aan de toestellen konden wennen. Jullie zullen dat nu misschien wat vreemd vinden. Een wip is toch een wip en een kattenloop een kattenloop, zullen jullie waarschijnlijk denken. Nee hoor, dat is echt niet zo. Al die toestellen hebben vaak verschillende kleuren. De meest gebruikelijke is blauw met een rood raakvlak. Maar je hebt de toestellen in alle kleuren. Thuis hebben we bijvoorbeeld een wip die blauw is met een geel raakvlak. Het meest irritant voor ons hondjes is een groen raakvlak, vooral als dat op gras staat. Onmogelijk voor ons om te zien, dus springen alle hondjes veel te vroeg van het toestel af. Er moest dus getraind worden.

 


Toen we ‘s ochtends opstonden regende het echt pijpenstelen. Per plaats kan dat natuurlijk verschillen, dus reden we toch vrij enthousiast naar de manege in Bourgbarré. Helaas ook daar geen beter weer. Op de parkeerplaats was zoveel blubber dat vrouwtje bang was dat we daar vast zouden komen te zitten. En haar vrees was niet ongegrond. Een paar uur later moesten ze iemand anders van ons team inderdaad wegslepen. Het trainingsveld dat we gehuurd hadden, bleek buiten te liggen. Ook daar overal blubber. Het vrouwtje ging in overleg met de andere baasjes met wie zij het veld gehuurd had en gezamenlijk werd afgesproken om niet te gaan trainen. Dat was gewoonweg te gevaarlijk. Wil tenslotte niet mijn pootjes breken. Na een gezellig onderonsje met de andere baasjes en hondjes gingen we weer naar ons huisje terug. Was jammer, maar wandelen in de stromende regen is ook niet leuk.

 

Chateau Combourg

Zondag was het weer gelukkig weer iets beter. Helaas geen tijd voor uitstapjes, want we moesten verhuizen. Van Saint-Cast is het ruim een uur naar de manege in Bourgbarré, veel te ver om dagelijks te rijden. Daarom heeft het vrouwtje een huisje gehuurd in Bain-de-Bretagne, dat dichter bij de manege ligt. Vóór we naar het zuiden vertrokken mochten we nog een keer op het strand rennen. Nog één keer uitgebreid rennen en daarna op naar het volgende huisje. Onderweg stopten we nog even bij kasteel Combourg. We hadden tijd zat, in onze nieuwe huisje waren we pas om een uur of vier welkom. Veel was er helaas niet te zien.

 


In Bain-de-Bretagne aangekomen stond ons meteen een verrassing te wachten. Er was een wielerevenement, waarvoor een hoop straten in het dorp waren afgesloten. Op ieder kruispunt stonden mensen om je een andere kant op te sturen. Na lang heen en weer te hebben gereden, waren we eindelijk bijna bij ons nieuwe huis. Nog even rechts afslaan en over een bruggetje rijden, daarna links afslaan en klaar. Vanaf het kruispunt kon je ‘ons huisje’ al zien staan, was een afstand van hooguit 200 meter. Helaas stond ook op dat kruispunt zo’n mannetje, dat aangaf dat we links moeten afslaan. Vrouwtje had er nu echt genoeg van. Ze parkeerde de auto, stapte uit en probeerde dat mannetje uit te leggen dat wij rechts moeten afslaan. Die goede man bleef echter onverbiddelijk: rechts afslaan is verboden. Klaar.

 

Chateau Fougeres

Baasje zocht met zijn mobiel een andere weg, maar die was er gewoonweg niet. Het huisje ligt namelijk aan een meer, met aan de voorkant slechts een stukje straat. Een paar meter achter het huis gaat de straat over in een wandelpad. Hoe je het ook wendt of keert, je moet over de brug, maar die was dus van beide kanten afgesloten. Het was echt hopeloos. Na eeuwig rondjes te hebben gereden, mochten we kort vóór vijf uur eindelijk over de brug rijden. Nou zeg, wat een gedoe.


Toen kwam meteen de volgende tegenvaller: ons huisje. Daar hadden we toch heel andere voorstellingen van. De ingang naar het huisje was via de achtertuin door een poort. Halverwege de tuin moest je een lange trap naar boven, die naar een terras leidde. Nou, dat was natuurlijk iets voor Ayda. Die heeft het namelijk niet zo op trappen. Net als thuis moest het vrouwtje haar oppakken en naar boven dragen. Bij het terras is de deur naar het appartement. Daar heb je een lange, smalle gang met aan de rechterkant twee deuren naar de slaapkamer en naar de woonkamer. Aan het eind van de lange gang ligt de keuken, die niet veel breder is dan de gang zelf en aan het eind daarvan ligt wederom een terras met uitzicht op het meer. Onze verhuurder, die in de benedenwoning blijkt te wonen, legde tijdens de bezichtiging uit dat wij alleen in de gang, keuken en op de terrassen mogen komen. Op de deuren van de woon- en slaapkamer hingen ook grote verbodsborden voor honden. Serieus? Het vrouwtje had van tevoren uitgebreid met de verhuurder gemaild. Ze heeft duidelijk uitgelegd dat wij altijd daar zijn waar zij ook is. Ook heeft ze geschreven dat wij ‘s nachts braaf op onze dekentjes slapen. Niet één keer heeft de verhuurder aangegeven dat wij de helft van het appartement niet mogen betreden. Ik zag mijn vrouwtje braaf knikken en hoorde haar telkens ‘oui, oui’ zeggen, maar ik zag meteen aan haar hele houding dat ze nogal boos was. Als meneer geen honden in bepaalde kamers wil hebben, prima, maar zeg dat dan van tevoren. Dan waren wij op zoek gegaan naar een ander huis.

Na uitgeslapen te hebben, overigens gewoon braaf op onze dekentjes in de slaapkamer, was het vandaag tijd voor ons laatste echte uitstapje. In de buurt ligt het middeleeuwse stadje Fougères, met het gelijknamige kasteel. Dat was echt prachtig. Kasteel De Haar bij ons is al een enorm gebouw, maar het kasteel van Fougères is denk ik drie tot vier keer groter. Wauw, zoiets hebben we echt nog nooit gezien. Ook het stadje zelf was een soort openluchtmuseum. Er was zoveel te zien dat we er de hele dag hebben rond gewandeld.

vrijdag 26 april 2024

Saint-Jacut-de-la-Mer en Saint Malo

 

Rechts van Saint-Cast liggen Saint-Jacut-de-la-Mer en de Archipel des Ébihens. Het laatste ligt min of meer op gelijke hoogte met Saint-Cast, maar door het water dat ertussen ligt moet je wel helemaal omrijden. De rit daar naartoe is al een hele belevenis. Het schiereiland is echt erg mooi om te zien. Wij reden door naar het noordelijkste punt, waar gelukkig genoeg parkeergelegenheden waren.

 


Toen we daar arriveerden was de eb al begonnen, daarom waren we ook niet al te vroeg op pad gegaan. De verschillen tussen de getijden zijn hier in Bretagne veel groter dan bij ons. Als je een paar minuten kijkt, zie je al een enorm verschil. Je kon het water letterlijk zien wegtrekken. Het strand werd steeds breder. Waar vijf minuten eerder nog volop zee was, kon je ineens op het zand lopen. Wij vonden dat echt allemaal heel bijzonder.

 


Vrouwtje maakte van de gelegenheid ook meteen gebruik om een foto van mij te maken. Over vier dagen ben ik namelijk jarig en dan moet een mooie foto van mij worden geplaatst. Hopelijk is die mooi geworden. Ik heb in ieder geval mijn best gedaan.

 


In de verte kon je de archipel zien liggen. Bij vloed liggen al die eilandjes in het water. Zonder boot kun je die geen van allen bereiken. Bij eb wordt echter een lange zandstrook zichtbaar. Je kan dan van het schiereiland naar al die andere eilandjes wandelen. In het begin heb je van die hele kleine eilandjes, helemaal in het noorden ligt het grootste. Het vrouwtje was eigenlijk van plan om daar helemaal naartoe te wandelen.

 


Om bij het juiste punt op het strand te komen, moet je bij hele hoge rotsen een steile trap naar beneden gaan. Zoals ik al eerder verteld heb, heeft mijn vrouwtje ontzettende hoogtevrees. Ze stuurde daarom eerst het baasje die de situatie moest verkennen. Toen baasje terugkwam en vertelde dat de trap nogal steil is en overal diepe afgronden zijn, was mijn vrouwtje snel genezen.

 


Ikzelf zag zo’n wandeling eerlijk gezegd ook niet zo zitten. Om naar het grootste eiland te komen is het een flinke wandeling. Je mag ook niet treuzelen, want je hebt slechts een paar uur vóór het water weer terugkomt. Vrouwtje had een verhaal gelezen van mensen die te lang op het noordelijke eiland rondgelopen hadden. Kennelijk waren ze vergeten dat je hier met getijden te maken hebt. Toen ze weer terug wilden wandelen naar het schiereiland, kwamen ze tot de ontdekking dat het eiland inmiddels midden in het water lag. Ze moesten daar dus blijven tot het weer eb was. Beetje wandelen vind ik leuk, maar op mijn leeftijd zijn dat soort afstanden net iets te ver. En eerlijk gezegd zie ik me ook niet overnachten op zo’n piepklein eiland dat omringd is door water. Kortom: het vrouwtje en ik waren het snel helemaal met elkaar eens. We gingen gezellig op een bankje zitten om van het uitzicht op al die eilandjes te genieten.

 


Later op de middag gingen we naar Saint-Malo. Hoe de baasjes op dat idee waren gekomen weet ik niet zo goed. Volgens mij weten ze dat zelf niet. Het was in ieder geval geen succes. Het was al een crime om daar te komen. Al snel stonden we in een eindeloze file richting het stadje. Overal waren enorm grote parkeerterreinen, maar die waren allemaal vol. Als mijn vrouwtje een hekel aan iets heeft dan zijn dat files, zoeken naar een parkeerplaats en mensenmassa’s. Hier had je alle drie componenten in overvloed.

 


Na heel lang zoeken vonden we eindelijk een parkeerplaats op de onderste etage van een parkeergarage. Weer boven aangekomen wemelde het van de toeristen. Op een groot plein, dat direct in de buurt van de parkeergarage lag, stond een foodtruck. De baasjes besloten om daar eerst iets te gaan eten en  om tijdens het eten de eventuele vervolgstappen te bespreken. Tijdens het eten werd snel duidelijk dat de baasjes er weinig voor voelden om een uitgebreide stadswandeling met ons te maken. Veel te gevaarlijk voor ons. Al die mensen letten namelijk niet goed op en voor je het weet staan ze op onze pootjes. Na drie minuten wandelen hadden we er allemaal meer dan genoeg van. Snel terug naar de parkeergarage, naar onze veilige auto, en weer terug naar Saint-Cast.

 

woensdag 24 april 2024

Dinan en Moncontour

 

Hier in Bretagne heb je veel oude stadjes en dorpjes. Mijn baasjes zijn daar helemaal gek op. Het zal jullie dan waarschijnlijk ook niet verbazen dat we een aantal daarvan moesten bezichtigen. Gisteren stond Dinan op het programma. Dat is een stadje dat ten zuiden van Saint-Cast ligt. Ondanks dat we er vroeg waren, was het niet makkelijk om een parkeerplaats te vinden. Je had weliswaar talloze parkeerplaatsen, maar die waren allemaal vol. Na lang zoeken is het uiteindelijk gelukt om een plekje voor onze auto te vinden.

 


Het stadje was echt te moeite waard. Eigenlijk is het stadje niet echt groot, nog geen vijftienduizend inwoners. Maar volgens mij hetzelfde aantal toeristen. Het is erg oud en was al in de elfde eeuw een klein stadje. Knap dat al die huizen nu nog staan.

 

Dinan

Na een uitgebreide rondwandeling gingen we gelukkig weer naar het strand. In Saint-Cast. Tot nu toe hebben we een beetje rechts en links gewandeld, maar aan de rechterkant is achter de rotsen nog een heel uitgebreid gebied. Tussen al die rotsen zijn prachtige schelpen te vinden, die heel anders zijn dan bij ons aan de kust. Sommigen zijn zelfs groter dan de hand van het vrouwtje. De baasjes konden het niet laten om op zoek te gaan naar de mooiste exemplaren.

 


Ook vanochtend begon de dag met een flinke strandwandeling. Deze keer niet op het strand van Saint-Cast, maar op het strand bij Îlot Saint-Michel in Erquy. Even voor de duidelijkheid: dat is niet hetzelfde als Mont Saint-Michel. Die ligt namelijk in Normandië en niet hier in de buurt. Op het strand waar wij waren ligt voor de kust een piepklein eilandje met daarop een heel klein kerkje.

 


Het strand zelf was ook prachtig. Heel lang en breed en nagenoeg zonder mensen. We konden ons dus weer zo echt uitleven. Midden op het strand had je verschillende rotsen die helemaal zwart waren van de mosselen die daarop zaten. Wauw. Zoiets hebben we nog nooit gezien. Vooral Tosha vond dat te gek. Ze klom meteen op al die rotsen en poseerde daar voor foto’s. Over het algemeen is het niet zo makkelijk om foto’s van mijn kleine zus te maken, maar nu had ze echt zoiets van ‘vrouwtje, nu mag je wel op het knopje drukken’. Nou beste mensen, soms maak ik echt iets mee met mijn gekke zussen.

 


In de middag stond nog een bezoek aan het dorpje Moncontour op de planning. In tegenstelling tot Dinan, waar we gisteren waren, was het daar nogal uitgestorven. We zijn volgens mij tijdens onze rondwandeling nog geen tien mensen tegengekomen. Oké, het dorpje was stukken kleiner dan Dinan, er viel ook niet zoveel te zien, maar ook hier stonden prachtige oude gebouwen. Blijkbaar bij de doorsnee toerist niet zo bekend. Het voordeel was natuurlijk dat we hier geen parkeerplaats hoefden te zoeken.



maandag 22 april 2024

Saint-Cast-le-Guildo

 

In december heb ik jullie een keer verteld dat mijn vrouwtje en ik ons geplaatst hebben voor het wereldkampioenschap van de Fhn (het WAC). Dat vindt plaats van 1 t/m 5 mei in Bretagne. Ik was daar eigenlijk niet zo kapot van, want Bretagne ligt in Frankrijk en daar heb ik sinds Mont Dore niet zo goede herinneringen aan. Het vrouwtje verzekerde me echter dat het nu helemaal anders zou zijn. Bretagne is een hele fijne streek, zei ze. Nou goed, vooruit dan maar, dacht ik.

 


Zaterdagochtend vertrokken we om kwart over acht van huis met een hele kofferbak vol met spullen. Ik vond dat wel een beetje vreemd, want waarvoor hebben we zoveel spullen nodig voor een paar dagen? Onderweg vertelde het vrouwtje echter dat we een hele lange reis maken. Eerst bijna anderhalve week vakantie en daarna het WAC.

 


Gelukkig verliep de reis prima. In het noorden van Frankrijk was het weliswaar een beetje druk, maar we hadden geen echte file en konden weer vlot doorrijden. Toen we in de buurt van Normandië kwamen merkte ik dat het vrouwtje wel een beetje gespannen was. Van kennissen had ze namelijk gehoord dat je daar ergens een doodenge brug over moet. Iedereen was het erover eens: die brug is een echte horror. Torenhoog. We reden en reden, maar gelukkig geen enge brug op onze weg. Vrouwtje begon langzamerhand weer te ontspannen. En toen doemde ineens een boord op: ‘Péage Pont de Normandie’, hetgeen betekent dat je tol moet betalen om over de brug te mogen rijden. En daarachter lag die dan, die doodenge brug. Maar liefst 214 meter hoog. Dat gaat het hem niet worden, dacht ik. Mijn vrouwtje heeft vreselijke hoogtevrees, die gaat niet eens op een keukentrapje staan, laat staan dat ze over zo’n hoge brug rijdt. Maar ja, we moesten er overheen, want we wilden immers naar Bretagne. We hadden geluk. Op de brug waren ze bezig met wegwerkzaamheden. De rechter rijstrook was afgesloten en iedereen moest in het midden rijden. Vrouwtje keek strak voor zich uit. Binnen no time waren we aan de andere kant.

 


Om zes uur ‘s avonds kwamen we bij de supermarkt aan, waar de baasjes even een paar dingetjes kochten. Daarna reden we naar het huis in Saint-Cast-le-Guido dat we gehuurd hadden. Wauw! Wat een prachtig huis, zowel aan de buiten- als aan de binnenkant. Erg groot, ingericht met prachtige oude meubels, en met een voor- en achtertuin. Nou, mij hoor je niet klagen. Mijn zussen trouwens ook niet. Iedereen is dik tevreden.

 


Gisteren hebben we het rustig gehouden. Na de lange reis was het tijd voor ontspanning. Saint-Cast staat bekend voor zijn prachtige stranden, waar er zelfs meerdere van zijn. Helaas niet lopend te bereiken, maar met de auto waren we binnen zes minuten op het prachtige strand van Pen Guen. Daar hing echter een groot bord waarop stond dat wij aangelijnd moeten blijven. Oeps. Dat was toch een flinke tegenvaller. Wat moeten we aangelijnd op het strand? Dat is niet echt leuk, hè. Gelukkig waren we zo’n beetje de enigen die op het strand wilden lopen. Het was nogal fris en het waaide. Na een stukje aan de riem te hebben gelopen mochten we uiteindelijk toch los.

 

Fort La Latte

Even voor de duidelijkheid. Mijn baasjes houden zich over het algemeen erg netjes aan regels. Hele brave mensen, die baasjes van ons. Maar er zijn grenzen. Als een regel gewoon dom is en nergens op slaat, dan zijn ook mijn brave baasjes geneigd om zo’n regel aan hun laars te lappen. Er was nagenoeg niemand op het strand. Dus wie had zich aan ons kunnen storen? Bovendien blijven we, ook als we niet aan de riem zijn, altijd in de buurt van de baasjes. We luisteren ook allemaal erg goed. Als de baasjes ons roepen, dan komen we meteen en kunnen desnoods aangelijnd worden. We hadden in ieder geval heel veel plezier. Het zand is bijna wit en het water is groen. Ook is het licht hier heel bijzonder. Echt prachtig allemaal. Dat was echt genieten.

 

Cap Frehel

Na de rustige dag van gisteren was het vandaag tijd voor een uitstapje. Gelukkig liggen hier veel bezienswaardigheden binnen handbereik, dus lang in de auto zitten hoeft niet. Als eerste reden we naar Fort La Latte, dat ten westen van Saint-Cast ligt. Dat is een gigantische burcht, die direct op de kliffen gebouwd is. Vanuit de burcht heb je een prachtig uitzicht op de zee. We mochten ook bijna overal komen, wat erg prettig was. Alleen niet in de toren. Baasje was van plan om die in zijn eentje te beklimmen, maar toen hij al die trappen zag was hij iets minder enthousiast en keerde snel om. Vanuit de burcht kan je ook Cap Fréhel zien, waar we vervolgens naartoe gingen.

 

Uitzicht vanaf Cap Frehel op Fort La Latte

Dat was eigenlijk een beetje een tegenvaller. Het was daar stervensdruk, terwijl er eigenlijk niet zoveel te zien was. Op een bepaald punt kan je Fort La Latte zien. Maar ja, daar kwamen we net vandaan. Er schijnt ook een wandelpad te zijn tussen het cap en het fort. Zag er wel nogal gevaarlijk uit. Een smal pad langs de kliffen en een diepe afgrond. Ik denk dat je mijn vrouwtje miljarden zou kunnen bieden, maar ze zou geen stap op dat pad zetten met haar hoogtevrees. Na een uitgebreide wandeling was het tijd om terug te gaan naar het huisje.