vrijdag 18 augustus 2023

Mittelbau-Dora en Tilleda

 

Donderdag waren we met zijn allen naar het concentratiekamp Mittelbau-Dora. Dat klinkt wellicht niet als een gezellig uitje, maar de baasjes wilden dat graag zien. Hier in de omgeving zijn vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog diverse concentratiekampen gebouwd. Het grootste hier in de regio is kamp Buchenwald, dat in de buurt van Weimar ligt. Buchenwald had talloze subkampen en één daarvan was Mittelbau-Dora. Dat kamp ligt op slechts een half uur rijden van ons vakantiehuis.

 


In eerste instantie zou je eigenlijk denken dat het een groot park is als je in het kamp arriveert. Overal gazon en bomen en het is heerlijk rustig. Tijdens de oorlog zag het er hier echter anders uit. Overal barakken met gevangenen, controleposten, hondenkennels, treinstation, crematorium, enzovoort. De meeste gebouwen zijn na de oorlog gesloopt. Er hebben hier zo’n zestigduizend mensen gevangen gezeten, die onder onmenselijke omstandigheden gedwongen gewerkt hebben aan de aanleg van tunnels voor de ondergrondse fabricage van V-2-raketten. Volgens schattingen heeft een derde van de mensen dat niet overleefd. Ik word daar toch echt stil van. Wat is dat toch met de mensen dat ze elkaar zoiets aandoen? Dat is gewoonweg niet te bevatten.

 


Wij mochten het kamp wel mee in, maar we mochten niet overal komen. Het gedeelte, waar vroeger de gevangenen woonden en waar ook de appelplaats en het crematorium zijn, was voor ons taboe. Dat vonden we niet erg, we hebben gewoon met één van de baasjes in de schaduw gezeten en gewacht tot het andere baasje weer van de bezichtiging terugkwam. Het kamp is dusdanig groot dat het ook voor ons een flinke wandeling was. Bovendien werd het in de loop van de ochtend steeds warmer, dus schaduw en rust waren meer dan welkom. We moesten ons ook erg netjes gedragen, niet blaffen of andere ongein uithalen. Hier liggen immers duizenden mensen begraven, daar hoor je je fatsoenlijk te gedragen, zei het vrouwtje. Als ze het zo lief vraagt doen we dat natuurlijk.

 

Nordhausen

Na urenlang in het kamp rondgelopen te hebben, begonnen de baasjes langzamerhand trek te krijgen. Dus weer de auto in en naar het dichtstbijzijnde stadje Nordhausen. Nadat we de auto geparkeerd hadden zag het vrouwtje al snel een stand met Vietnamese gerechten. Baasje vond dat maar niets. Hij wilde naar een restaurant waar hij fatsoenlijk op een terras kon zitten eten, zei hij. Vrouwtje had zo haar twijfels of dat zou lukken. Tijdens onze andere vakanties in Duitsland was het namelijk altijd zo dat je na twee uur ’s middags nergens meer kon lunchen. Maar baasje wilde dat niet geloven, dus gingen we op zoek naar een restaurant waar je buiten op het terras kon zitten. Helaas was het net zoals het vrouwtje voorspeld had. Bij ieder restaurant waar we kwamen gaven ze aan dat ze na twee uur geen lunch meer serveren. Uiteindelijk zijn we toch terug naar de Vietnamese stand, waar de baasjes voor een gerecht met noodles en veel groenten kozen. En wat denken jullie? Baasje vond het hartstikke lekker! En wij moesten voor de flauwekul een halve stadswandeling maken.

 


Vandaag waren we naar het openluchtmuseum Tilleda in Kelbra. Dat ligt in het Kyffhäusergebergte, dat ten oosten van Rehungen ligt. In het museum kan je zien hoe mensen in de vroege tot hoge middeleeuwen geleefd hebben. Dat is iets anders dan de openluchtmusea waar we tot nu toe waren. Het openluchtmuseum, waar we vorig jaar in Denemarken waren, omvatte de periode van 1864 tot 1974. Daar was dus al veel te zien uit de moderne tijd. In de middeleeuwen leefden ze toch iets anders.

 


Hier waren de gebouwen voornamelijk van hout en leem. Van binnen waren de gebouwen nogal bescheiden. Een simpel bed van stro, de kippenstal in een hoek van de kamer, gekookt werd in een grote pan met open vuur. De mensen hadden toen niet eens water in hun huis. Dat moesten ze halen bij een pomp. Nou zeg, wat een gesjouw iedere dag. Ik denk eerlijk gezegd niet dat ik toen graag geleefd zou hebben. Ik ben erg gesteld op mijn dik matras, waar ik ’s nachts fijn op kan slapen. Of op onze donut, het lekkere eten, gezuiverd water en een huis waar het niet tocht. De middeleeuwen zijn niet zo mijn ding, denk ik.

 

Openluchtmuseum met Kyffhauser monument

In de vroege avond hebben we nog een wandeling door het dorp gemaakt, maar die is niet zo goed bevallen. Gisteravond hebben we al een beetje rondgewandeld. Als je onze straat uitloopt kom je uit op de Kirchgasse, waar je fijn kunt wandelen. Althans dat dachten we. Je kan er inderdaad goed lopen, maar echt veilig is het niet. Na een stukje gelopen te hebben hoorden we ineens achter een poort een grote hond flink tekeer gaan. Die bleef maar blaffen en die sprong continu tegen de poort aan. We werden daar toch een beetje bang van. Dus snel rechtsomkeert gemaakt en terug naar het vakantiehuis.

 


Vandaag gingen we de andere kant op, richting het bos. Kort vóór we bij het bos kwamen, zagen we bij een huis twee grote Rottweilers buiten, die meteen als een gek tekeergingen toen ze ons zagen. We kregen het er meteen doodsbenauwd van. Die honden waren echt angstaanjagend. Jeetje, wat is dat voor een dorp? Iedereen van die grote blaffende honden, die anderen de stuipen op het lijf jagen. Onze behoefte om nog meer wandelingen door het dorp te maken, is naar nul gezakt. Dat is ons te gevaarlijk. We vermaken ons liever in onze fijne tuin.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten