zondag 12 augustus 2018

Gelukkig weer thuis



De laatste dagen van onze vakantie gingen vliegensvlug voorbij. Dinsdags waren we nog twee watervallen in Mont-Dore bezichtigen. Die hebben allebei een heel moeilijke naam: cascade du Quereuilh en du Rossignolet. Het was nog steeds ontzettend warm, maar in het bos en bij de watervallen zelf viel het reuze mee. Heel eerlijk gezegd waren we allemaal niet zo onder de indruk van de watervallen. Ze waren wel mooi, maar in Polen hebben we veel mooiere gezien. Helaas was het ’s middags weer zo heet dat we helemaal niets konden doen.

 
Romy bij de waterval

Woensdags was het gelukkig een stuk koeler. Eindelijk! We besloten om een wandeling te maken bij Lac du Guèry. Daar kan je namelijk door het bos wandelen en boven heb je een prachtig uitzicht. Gelukkig waren niet veel mensen op het idee gekomen om daar te gaan wandelen. Het was heerlijk rustig en we konden zo echt van het prachtige landschap genieten.

 
Landschap bij Lac du Guery

’s Middag hebben we een bezoek gebracht aan La Bourboule, dat in de buurt van Mont-Dore ligt. Daar was het een stuk minder druk, maar het was er wel gezellig. En daar is ook de supermarkt, waar de baasjes tijdens de vakantie vaker boodschappen hebben gedaan. Het vrouwtje wilde daar verschillende kazen kopen om mee te nemen naar huis. Ik had eigenlijk gedacht dat ze een grap gemaakt had, maar kennelijk was het menens. Dat viel overigens reuze mee. De kazen waren heel goed verpakt, dus we hoefden niet de hele rit naar huis in een kaaslucht te zitten.


Donderdagochtend was het dan zo ver: na het ontbijt van de baasjes werden de spullen in de auto geladen en we vertrokken naar Chalons-en-Champagne. Dat was een ritje van bijna 600 km, dus het duurde wel even vóór we daar waren. Het vrouwtje had gehoopt dat we nog iets van het stadje konden zien, maar het was al bijna avond vóór we bij ons hotel arriveerden. De baasjes gingen nog iets eten en toen was het al bijna tijd om te gaan slapen.




Gisterochtend moesten we gelukkig nog slechts zo’n 400 km rijden en ’s middags kwamen we weer aan in ons dorpje. Wat was ik blij om weer thuis te zijn en Romy ook. Eindelijk weer gras waar we onze behoeften op kunnen doen. Geen afgronden, maar beschaafde wegen en paden om op te lopen. Vertrouwde geuren. Onze hondenvriendjes. En vannacht hebben we allebei heerlijk geslapen op ons matras.




We zijn het met zijn allen eens: deze vakantie was niet echt een succes. Het is ongetwijfeld een mooie streek, maar niet voor ons. We hadden allemaal veel meer van de vakantie verwacht. Vorig jaar in Zuid-Duitsland was het prachtig. Daar kon je heel mooie wandelingen maken, zonder te klimmen en zonder angstaanjagende afgronden. In de Auvergne is dat allemaal anders. Nou, volgend jaar gaan we hopelijk weer echt iets leuks doen. Ik ben in ieder geval blij om weer thuis te zijn.

dinsdag 7 augustus 2018

Orcival


In Mont-Dore wordt het eigenlijk nooit echt heet, vertelden de verhuurders van ons appartement. Temperaturen boven de 32 graden zijn heel uitzonderlijk. Maar helaas hebben we juist nu zo’n uitzonderlijke situatie. Het is bloedheet, ook in Mont-Dore en vooral in de plaatsen daaromheen. Geen weer voor Romy en mij. De baasjes hebben daarom besloten om vanochtend slechts een kort uitstapje te maken.

 
Chateau de Cordes

We reden richting Orcival, waar chateau de Cordès ligt. Dat is een heel mooi kasteel om te zien. Ook is er een heel mooi park, dat veel schaduw geeft. Voor ons was het daardoor goed uit te houden. We hebben een fijne wandeling met de baasjes door het park gemaakt. Daarna hebben we ook nog het dorpje Orcival bezichtigd. Dat is een heel klein dorpje, waar je zo voorbij rijdt als je niet van het bestaan afweet. Maar het is echt de moeite waard. Het dorp bestaat slechts uit een vijftigtal huizen, maar het ene huis is mooier dan het andere. 

Romy en ik bij het kasteel


Midden in het dorp staat de Basilique Notre-Dame d’Orcival. Dat schijnt één van de vijf belangrijkste kerken van de Auvergne te zijn. Er zijn verschillende kleine winkeltjes en het ziet er uit alsof de tijd daar stil is blijven staan. En wat een rust! Heel anders dan Mont-Dore, waar talloze toeristen rondlopen.

 
Orcival

Na de lunch zijn we weer teruggegaan naar ons appartement. De temperaturen begonnen namelijk aardig op te lopen en voor ons was het gewoonweg te warm. In het appartement is het goed uit te houden. Door het afdak komt daar nooit de zon naar binnen en dus wordt het ook niet warm. Het nadeel is wel dat het de hele dag vrij donker is binnen. Maar ja, je kan niet alles hebben.




Later in de middag mochten we met het vrouwtje naar het postkantoor. Ze moest namelijk een paar postzegels kopen voor de kaarten die ze geschreven had. Dat is niet al te ver van ons appartement vandaan, dus dat was goed te doen voor ons. De weg naar het postkantoor kennen we inmiddels goed, want voor het postkantoor is min of meer de enige plek met een beetje gras waar we uitgelaten kunnen worden. Zo, die dag ligt weer achter ons. Hopelijk morgen iets minder warm.

maandag 6 augustus 2018

Sermontizon en Parentignant


Vanochtend vertrokken we naar Sermontizon waar château d’Aulteribe is. Om daar te komen moesten we een heel eind rijden en dat is hier niet altijd makkelijk. Je hebt hier niet overal snelwegen, dus moet je heel vaak door de bergen rijden en dat kost veel tijd. En overal heb je van die vreselijke wegen met die diepe afgronden. Wat ben ik blij dat wij niet hier wonen, want ik vind dat helemaal niets.

 
Prachtig landschap dat we onderweg tegenkwamen

De reis heeft veel langer geduurd dan gedacht. Toen we bij het kasteel aankwamen was het al bijna twaalf uur. Bij ons thuis is dat niets bijzonders, maar hier wel. Tussen twaalf en twee uur ’s middags wordt hier namelijk middagrust gehouden. Winkels, parken en ook kastelen sluiten dan gewoon. Een vriendelijke mevrouw, die achter de balie zat, zei dat we wel het park kunnen bezichtigen, maar het kasteel zelf ging pas na de middagrust open. We hebben dus eerst een wandeling door het park gemaakt. Eindelijk geen bergen en we hoefden ook niet te klimmen. Dat was echt genieten! Na de wandeling overlegden de baasjes wat ze nu moesten doen. Wachten tot het kasteel opent, of naar de volgende locatie vertrekken? Zij kozen voor het laatste.

 
Chateau d'Aulteribe

Het volgende doel was weer een kasteel: château Parentignant in de gelijknamige plaats Parentignant. Wauw, dat was een kasteel dat iets voorstelde. Er waren nogal wat mensen naar het kasteel gekomen. In een bijgebouw werd een concert gegeven. Veel mensen waren gekleed in Middeleeuwse kleding. Heel apart om te zien. Wij gingen onder een boom in de schaduw liggen en door de klassieke muziek waren we binnen no time in slaap gevallen.

 
Chateau Parentignant

Het vrouwtje informeerde in haar beste Frans wanneer de volgende rondleiding is. Ze was heel verrast dat die meneer in heel goed Engels antwoordde. Hier in Frankrijk is dat namelijk hoogst ongebruikelijk. Iedereen schijnt alleen maar Frans te praten en niemand doet enige moeite om een toerist in een andere taal te woord te staan. Zelfs bij de ‘tourist information’ wordt uitsluitend Frans gesproken. Heel apart, want zo’n kantoor is er toch om toeristen informatie te verstrekken over de streek? Maar als de toeristen de informatie niet begrijpen, heb je er toch helemaal niets aan. Gelukkig hebben Romy en ik deze problemen niet. De Franse honden praten dezelfde taal. Er was nog een Nederlands gezin dat de rondleiding wilde volgen. Ook die meneer, die zo goed Engels kon, ging mee om alles te vertalen en dus kon het vrouwtje het deze keer allemaal goed volgen. Deze keer was mijn vrouwtje overigens wel onder de indruk. Heel mooi kasteel, ook van binnen, zei ze toen ze terugkwam.


zondag 5 augustus 2018

Lac Pavin te Besse-et-Saint-Anastaise


De afgelopen weken hebben we al het nodige meegemaakt met de warmte. Sinds eind juni is het overal volop zomer, met vaak tropische temperaturen. Niets voor ons hondjes. We houden meer van gematigd weer. Niet alleen bij ons thuis is het warm, hier ook. ’s Ochtends valt het over het algemeen nog mee, maar na de middag is het vaak niet om uit te houden. De baasjes hebben daarom besloten om het water en de schaduw op te zoeken.




Vanochtend bleven we in de buurt. In Mont-Dore zijn verschillende watervallen, onder andere Cascade du Saut du Loup. Die ligt buiten het dorp, dus moesten we daar met de auto naartoe. Dat was slechts een paar minuten rijden en gelukkig was er een parkeerplaats in de buurt. Vanaf de parkeerplaats was het slechts een korte wandeling. Veel was het echter niet. Het was maar een heel klein watervalletje. Maar ja, dat is misschien niet zo gek, na al de warmte van de afgelopen weken.




De baasjes hebben een hele lijst met zaken die we allemaal kunnen bezichtigen. Daar staan bijvoorbeeld verschillende watervallen op en ook dorpen. Één van de dorpjes is La Tour d’Auvergne en daar gingen we dus vervolgens naartoe. Dat is inderdaad een leuk klein dorpje met leuke huizen. En het is daar een stuk minder toeristisch en druk. Veel dorpsbewoners gaan ’s middags ergens op een terrasje zitten om een hapje te eten. Ook de baasjes hadden trek en dus gingen ook wij ergens zitten.

 
Baasjes, we willen graag varen

Het vrouwtje is helemaal gek op het eten hier. ’s Middags worden overal superlekkere salades geserveerd en dat is echt iets voor mijn vrouwtje. Ook thuis eet ze continu groenvoer. Is hartstikke gezond, zegt zij, maar ja, ik weet het niet. Voor ons hondjes zou dat niets zijn.

Na een kwartiertje gewacht te hebben, werd weer een bord voor het vrouwtje neergezet met heel veel groen erop. Naast sla bevatten Franse salades ook allemaal kaas. In de Auvergne worden diverse soorten kaas gemaakt, de een lekkerder dan de ander. Mijn vrouwtje is er helemaal dol op en kan er geen genoeg van krijgen. Ze wil ook een aantal kazen mee naar huis nemen, zegt ze. Oh jee, ik vrees het ergste. Straks hebben we helemaal geen ruimte meer in de auto, omdat het vrouwtje overal haar kazen kwijt moet.




Na het eten vertrokken we naar Besse-et-Saint-Anastaise om een wandeling te maken om Le lac Pavin. Dat leek op een meer dat we al eerder tijdens een vakantie gezien hebben, namelijk toen we vier jaar geleden in Adrspach in Tsjechië waren. Ook daar had je aan de zijkant overal rotsen. De baasjes besloten om een wandeling te maken om het meer. Het was inmiddels vrij warm, maar een grootdeel van het wandelpad lag in het bos, dat moest dus goed te doen zijn. In het begin was het ook echt superleuk. Op een breed wandelpad konden we op ons gemak naast het water in de schaduw lopen. Toen we ongeveer de helft achter de rug hadden, werd het pad echter ineens steiler en smaller. Aan de ene kant waren diepe afgronden te zien van zeker zo’n tien meter diep. Nagenoeg nergens was er een hek of iets dergelijks, waaraan de baasjes zich hadden kunnen vasthouden. Het vrouwtje vond het helemaal niets en ook wij voelden ons niet helemaal op ons gemak. Maar we moesten wel verder, want teruggaan was geen optie. Wat waren we blij toen de wandeling achter de rug was.

zaterdag 4 augustus 2018

Picherande en Lanobre



De ochtend begon al meteen met een probleem. We moesten uitgelaten worden, de vraag was alleen waar. Dat beetje groen dat er in Mont-Dore is, is op een behoorlijke afstand en dus eigenlijk veel te ver weg. Het vrouwtje liep met ons de straat aan de overkant in, waar een heel klein beetje groen te vinden was. Was meer onkruid dan gras, maar goed, het was in ieder geval groen. Was niet wat we normaal gewend zijn, maar we waren er blij mee.

 
Picherande

Voor vanochtend stond een bezoek aan een waterval in Picherande op het programma. Om daar te komen, moesten we door de bergen rijden. Jeetje zeg, ik kan jullie wat vertellen. Doodeng is het daar. Bijna overal gaat het honderden meters naar beneden en langs de kant is nergens een vangrail te vinden. Dat was echt iets voor mijn vrouwtje. Die heeft gigantische hoogtevrees. Ze heeft alleen strak voor zich uitgekeken op de weg en durfde niet naar beneden te kijken. Gelukkig kwamen we zo’n driekwartier later heelhuids in Picherande aan. Nu nog de waterval zoeken.

 
Het meer van Picheronde - wat een locatie!

We stopten bij een meer in de hoop daar een aanwijzing te vinden. Er stonden weliswaar diverse borden, maar helaas niets over een waterval. Nou, het maakte niet uit. Het meer was heel mooi, met prachtige uitzichten op de bergen. Dus hebben we daar maar wat rondgewandeld. Langs het meer stond een wit huisje, dat op het water uitkeek. Volgens een bord was het hele gebied eigendom van een particulier. Zou hij of zij in dat prachtige huisje wonen? Wauw, dat lijkt mij echt gaaf. Misschien kunnen de baasjes ook zoiets voor ons kopen?

Het vrouwtje had in ieder geval niet te veel beloofd: de natuur is hier inderdaad ongerept en het aantal toeristen was ook vrij beperkt. Dat was dus echt genieten. Wat een rust en wat voor uitzichten. Heel anders dan bij ons. Vervolgens hebben we nog wat in de buurt van Picherande rondgereden in de hoop de waterval te vinden. Maar die lag kennelijk heel goed verstopt.

 
Chateau de Val

’s Middags zijn we naar Lanobre gereden, waar château de Val ligt. Dat ligt in een ander deel van de Auvergne, namelijk in het departement Cantal en wij zitten in Puy-de-Dome, maar dat maakt verder niet uit. Gezien het aantal auto’s en toeristen is dat kennelijk een toeristisch trekpleister. Het kasteel is prachtig gelegen, direct aan een meer. Er is ook een breed zandstrand, waar verschillende mensen aan het zonnen en zwemmen waren.

 
Keuken van het kasteel

Het vrouwtje wilde het kasteel ook van binnen bezichtigen. Dat wordt ook het ‘kleine Versaille’ genoemd, dus de verwachtingen van het vrouwtje waren groot. Wij mochten niet mee naar binnen, maar we hoorden later van haar hoe het was. De hele rondleiding werd door een zeer gedreven gids in het Frans gegeven. Het vrouwtje heeft gelukkig de afgelopen weken haar Frans weer behoorlijk bijgespijkerd. Dat was niet verkeerd, want op die manier kon ze het toch redelijk volgen. Het interieur was inderdaad prachtig, maar zo echt onder de indruk was zij niet. We zijn toch een beetje verwend, want bij ons hebben we ook prachtige kastelen, waar veel meer rijkdom te vinden is.

 
Binnenhof van het kasteel

’s Avonds gingen we met de baasjes uit eten en toen hebben we toch iets heel aparts meegemaakt. Op het terras van het restaurant waren diverse tafels vrij. De baasjes kozen dus een tafel en gingen zitten. Na een poosje komt een meneer en vraagt in het Frans of de baasjes willen eten. Het vrouwtje beaamt dat. En toen zegt die meneer toch dat alles vol is en dat de baasjes moeten vertrekken. Hè? Hoezo vol? Waren nog talloze tafels vrij en nergens stond dat die gereserveerd zijn. Heel apart. We moesten dus op zoek naar een ander restaurant. Nog nooit meegemaakt zoiets. Gelukkig hebben wij van zulke dingen geen last, ons ‘restaurant vrouwtje’ dient altijd ons eten op.

vrijdag 3 augustus 2018

Vive la France


De vorige keer heb ik al verteld dat de baasjes nu vakantie hebben en dat is altijd een periode waar wij ons ontzettend op verheugen. Meestal gaan we dan namelijk ergens naartoe. Ik had al gezien dat het vrouwtje maandenlang bezig was met de voorbereiding van onze vakantie. Al jaren roept zij dat ze dolgraag een keer naar Lake District in Engeland wil, want dat moet je gezien hebben, zegt zij. Volgens haar is het daar prachtig. Overal ongerepte natuur, waar je urenlang kunt wandelen zonder een mens tegen te komen. Dus ik was reuze benieuwd.

 
Abbaye Saint-Pierre de Mozac

De reis was al helemaal gepland. Het enige dat er nog moest gebeuren was een huisje huren. Toen las het baasje op een avond op internet dat in Engeland een vreselijke hondenziekte heerst, die Alabama rot heet. Een paar jaar geleden is die ziekte ineens in Engeland opgedoken. Niemand weet op welke manier wij hondjes besmet raken, of waardoor de ziekte wordt veroorzaakt. De ziekte schijnt meestal met huidklachten te beginnen en na een paar dagen ontstaat nierfalen en overlijden nagenoeg alle hondjes. Er is ook geen vaccinatie tegen de ziekte. Het vrouwtje schrok zich een ongeluk toen zij dat hoorde. De plannen voor Engeland werden dus meteen geschrapt.

 
Het kerkje van binnen

Op korte termijn moest een andere locatie worden gevonden en dat was niet zo makkelijk, want het waren nog slechts een paar weken tot aan de vakantie. Het vrouwtje ging weer op zoek in de hoop iets vergelijkbaars te vinden. Een paar dagen later was ze helemaal blij. Ze had iets gevonden. We zouden naar de Auvergne in Frankrijk gaan. Ook daar waren volgens haar weinig toeristen en veel ongerepte natuur. Er werd zo snel mogelijk een appartement geboekt en de reis kon beginnen.

 
Een gebouw naast de kerk

Op dinsdag, 31 juli 2018, vertrokken we dus naar Frankrijk. Omdat de afstand te ver is om in één keer te rijden, werd zowel voor de heen- als de terugreis een hotel geboekt. Dinsdags gingen we naar Sens en gisteren reden we verder naar onze eindbestemming Mont-Dore. Toen we daar ’s middags aankwamen, stond ons meteen een teleurstelling te wachten. Het vrouwtje had al op internet gezien dat de auto op straat geparkeerd moest worden. Maar wat we niet wisten was dat het daar stervensdruk was en dat er een enorm tekort aan parkeerplaatsen was. Het was dus even zoeken en een heel eind lopen tot het appartement. Ook dat was heel anders dan verwacht. Dat ligt onder een afdak, waardoor het binnen de hele dag donker is. Volgens de beschrijving zou er ook een tuin bij het appartement horen. Die was er ook, maar om daar te komen moet je op het dak van het huis klimmen en daar mogen Romy en ik niet los.

 
Huizen in Mozac

Al snel merkten we dat ook Mont-Dore heel anders was dan gedacht. Eigenlijk is dat qua inwoners een heel klein dorpje van nog geen 1.400 inwoners. Dan verwacht je eigenlijk dat het daar lekker rustig is. Maar nee, hoor, overal mensen, restaurants, winkels, en zelfs een bioscoop en een theater hebben ze daar. En helaas bijna geen groen. Het was niet makkelijk om een plekje te vinden waar wij uitgelaten konden worden. Slechts op twee plekken waren een paar vierkante meters met wat gras.

 
Chateau Dauphin in Pontgibaud

Vanochtend hebben we ons eerste uitstapje gemaakt. Het vrouwtje had een meer (Lac du Guéry) gevonden aan de rand van Mont-Dore, waar we hopelijk goed konden wandelen. Het meer was inderdaad mooi, maar ook niet echt spectaculair. Ten minste kon je er redelijk wandelen. Daarna waren we in Mozac, om daar een kerkje (Abbaye Saint-Pierre de Mozac) te bezichtigen. Er was ook een kasteel, maar dat was gesloten. In het dorp zelf was niet veel bijzonders te zien. Maakte een nogal vervallen indruk. Gelukkig had het vrouwtje nog een kasteel op haar lijstje: château Dauphin in Pontgibaud, dus gingen we daar naartoe. Al snel bleek echter dat wij hondjes daar niet welkom waren. Dat was natuurlijk een echte tegenvaller. Hopelijk gaat het de volgende dagen wat beter.