De
afgelopen weken hebben we al het nodige meegemaakt met de warmte. Sinds eind
juni is het overal volop zomer, met vaak tropische temperaturen. Niets voor ons
hondjes. We houden meer van gematigd weer. Niet alleen bij ons thuis is het
warm, hier ook. ’s Ochtends valt het over het algemeen nog mee, maar na de
middag is het vaak niet om uit te houden. De baasjes hebben daarom besloten om
het water en de schaduw op te zoeken.
Vanochtend
bleven we in de buurt. In Mont-Dore zijn verschillende watervallen, onder
andere Cascade du Saut du Loup. Die ligt buiten het dorp, dus moesten we daar
met de auto naartoe. Dat was slechts een paar minuten rijden en gelukkig was er
een parkeerplaats in de buurt. Vanaf de parkeerplaats was het slechts een korte
wandeling. Veel was het echter niet. Het was maar een heel klein watervalletje.
Maar ja, dat is misschien niet zo gek, na al de warmte van de afgelopen weken.
De
baasjes hebben een hele lijst met zaken die we allemaal kunnen bezichtigen.
Daar staan bijvoorbeeld verschillende watervallen op en ook dorpen. Één van de
dorpjes is La Tour d’Auvergne en daar gingen we dus vervolgens naartoe. Dat is
inderdaad een leuk klein dorpje met leuke huizen. En het is daar een stuk
minder toeristisch en druk. Veel dorpsbewoners gaan ’s middags ergens op een
terrasje zitten om een hapje te eten. Ook de baasjes hadden trek en dus gingen
ook wij ergens zitten.
Het
vrouwtje is helemaal gek op het eten hier. ’s Middags worden overal
superlekkere salades geserveerd en dat is echt iets voor mijn vrouwtje. Ook
thuis eet ze continu groenvoer. Is hartstikke gezond, zegt zij, maar ja, ik
weet het niet. Voor ons hondjes zou dat niets zijn.
Na
een kwartiertje gewacht te hebben, werd weer een bord voor het vrouwtje
neergezet met heel veel groen erop. Naast sla bevatten Franse salades ook
allemaal kaas. In de Auvergne worden diverse soorten kaas gemaakt, de een
lekkerder dan de ander. Mijn vrouwtje is er helemaal dol op en kan er geen
genoeg van krijgen. Ze wil ook een aantal kazen mee naar huis nemen, zegt ze.
Oh jee, ik vrees het ergste. Straks hebben we helemaal geen ruimte meer in de
auto, omdat het vrouwtje overal haar kazen kwijt moet.
Na
het eten vertrokken we naar Besse-et-Saint-Anastaise om een wandeling te maken
om Le lac Pavin. Dat leek op een meer dat we al eerder tijdens een vakantie
gezien hebben, namelijk toen we vier jaar geleden in Adrspach in Tsjechië
waren. Ook daar had je aan de zijkant overal rotsen. De baasjes besloten om een wandeling te maken om het meer. Het was inmiddels vrij
warm, maar een grootdeel van het wandelpad lag in het bos, dat moest dus goed
te doen zijn. In het begin was het ook echt superleuk. Op een breed wandelpad
konden we op ons gemak naast het water in de schaduw lopen. Toen we ongeveer de
helft achter de rug hadden, werd het pad echter ineens steiler en smaller. Aan
de ene kant waren diepe afgronden te zien van zeker zo’n tien meter diep.
Nagenoeg nergens was er een hek of iets dergelijks, waaraan de baasjes zich
hadden kunnen vasthouden. Het vrouwtje vond het helemaal niets en ook wij
voelden ons niet helemaal op ons gemak. Maar we moesten wel verder, want
teruggaan was geen optie. Wat waren we blij toen de wandeling achter de rug
was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten