De
vorige keer heb ik al verteld dat de baasjes nu vakantie hebben en dat is
altijd een periode waar wij ons ontzettend op verheugen. Meestal gaan we dan namelijk
ergens naartoe. Ik had al gezien dat het vrouwtje maandenlang bezig was met de
voorbereiding van onze vakantie. Al jaren roept zij dat ze dolgraag een keer
naar Lake District in Engeland wil, want dat moet je gezien hebben, zegt zij.
Volgens haar is het daar prachtig. Overal ongerepte natuur, waar je urenlang
kunt wandelen zonder een mens tegen te komen. Dus ik was reuze benieuwd.
De
reis was al helemaal gepland. Het enige dat er nog moest gebeuren was een
huisje huren. Toen las het baasje op een avond op internet dat in Engeland een
vreselijke hondenziekte heerst, die Alabama rot heet. Een paar jaar geleden is
die ziekte ineens in Engeland opgedoken. Niemand weet op welke manier wij
hondjes besmet raken, of waardoor de ziekte wordt veroorzaakt. De ziekte
schijnt meestal met huidklachten te beginnen en na een paar dagen ontstaat
nierfalen en overlijden nagenoeg alle hondjes. Er is ook geen vaccinatie tegen
de ziekte. Het vrouwtje schrok zich een ongeluk toen zij dat hoorde. De plannen
voor Engeland werden dus meteen geschrapt.
Op
korte termijn moest een andere locatie worden gevonden en dat was niet zo
makkelijk, want het waren nog slechts een paar weken tot aan de vakantie. Het
vrouwtje ging weer op zoek in de hoop iets vergelijkbaars te vinden. Een paar
dagen later was ze helemaal blij. Ze had iets gevonden. We zouden naar de
Auvergne in Frankrijk gaan. Ook daar waren volgens haar weinig toeristen en
veel ongerepte natuur. Er werd zo snel mogelijk een appartement geboekt en de
reis kon beginnen.
Op
dinsdag, 31 juli 2018, vertrokken we dus naar Frankrijk. Omdat de afstand te
ver is om in één keer te rijden, werd zowel voor de heen- als de terugreis een
hotel geboekt. Dinsdags gingen we naar Sens en gisteren reden we verder naar
onze eindbestemming Mont-Dore. Toen we daar ’s middags aankwamen, stond ons
meteen een teleurstelling te wachten. Het vrouwtje had al op internet gezien
dat de auto op straat geparkeerd moest worden. Maar wat we niet wisten was dat
het daar stervensdruk was en dat er een enorm tekort aan parkeerplaatsen was.
Het was dus even zoeken en een heel eind lopen tot het appartement. Ook dat was
heel anders dan verwacht. Dat ligt onder een afdak, waardoor het binnen de hele
dag donker is. Volgens de beschrijving zou er ook een tuin bij het appartement
horen. Die was er ook, maar om daar te komen moet je op het dak van het huis
klimmen en daar mogen Romy en ik niet los.
Al
snel merkten we dat ook Mont-Dore heel anders was dan gedacht. Eigenlijk is dat
qua inwoners een heel klein dorpje van nog geen 1.400 inwoners. Dan verwacht je
eigenlijk dat het daar lekker rustig is. Maar nee, hoor, overal mensen,
restaurants, winkels, en zelfs een bioscoop en een theater hebben ze daar. En
helaas bijna geen groen. Het was niet makkelijk om een plekje te vinden waar
wij uitgelaten konden worden. Slechts op twee plekken waren een paar vierkante
meters met wat gras.
Vanochtend
hebben we ons eerste uitstapje gemaakt. Het vrouwtje had een meer (Lac du Guéry) gevonden aan de rand van Mont-Dore, waar we hopelijk goed
konden wandelen. Het meer was inderdaad mooi, maar ook niet echt spectaculair.
Ten minste kon je er redelijk wandelen. Daarna waren we in Mozac, om daar een
kerkje (Abbaye Saint-Pierre de Mozac) te bezichtigen. Er was ook een kasteel,
maar dat was gesloten. In het dorp zelf was niet veel bijzonders te zien.
Maakte een nogal vervallen indruk. Gelukkig had het vrouwtje nog een kasteel op
haar lijstje: château Dauphin in Pontgibaud, dus
gingen we daar naartoe. Al snel bleek echter dat wij hondjes daar niet welkom
waren. Dat was natuurlijk een echte tegenvaller. Hopelijk gaat het de volgende
dagen wat beter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten