In één van de
vakantieprogramma’s, waar de baasjes vaker naar kijken, hadden ze iets gezien
over het waddenbelevingspunt in Den Oever. Volgens de makers van het
tv-programma is dat ‘the place to be’ als je een keer in Noord-Holland bent,
want daar schijn je een fenomenaal uitzicht te hebben over het waddengebied.
Tijdens onze vakantie vorig haar hebben we al heel veel van de waddenzee gezien
en heel eerlijk gezegd kan ik me geen fenomenale uitzichten herinneren.
Eigenlijk vond ik het gebied een beetje saai. Maar goed, dat is hoe ik daarover
denk. Het enig leuke wat ik me van dat gebied kan herinneren is dat wij daar
bijna overal los mochten.
Gisterochtend
vertrokken we dus naar Den Oever. We moesten op een parkeerplaats bij de haven
parkeren en vervolgens moesten we nog een eind wandelen om naar het waddenbelevingspunt
te komen. We waren nog niet zolang onderweg toen het water ineens met bakken
uit de hemel viel. Ook begon het stevig te waaien. Binnen een paar minuten
waren we allemaal kletsnat. De wandeling was verre van interessant. In het
begin liepen we gewoon langs de haven, waarvan we echter slechts weinig zagen,
want door de regen was het zicht enigszins vertroebeld. Daarna moesten we de
weg vervolgen over een pad waar ook niets te zien viel. Jeetje, dacht ik zo,
wat doen we hier in hemelsnaam? Ook bij het waddenbelevingspunt viel weinig te
beleven. Er was een uitkijktoren met uitzicht over het waddengebied, wat echter
met deze weersomstandigheden verre van fenomenaal was. Op tv had dat er echt
anders uitgezien. We mochten ook nergens los. Nou zeg, wat een leuk uitstapje.
Gaap!!!
We besloten om
Den Oever snel te verlaten en naar een zonniger gebied te gaan. Volgens de
weerapp van de baasjes scheen aan de kust de zon, dus op naar Julianadorp. En
inderdaad, daar was het weer prachtig. Eindelijk iets leuks voor ons, dacht ik.
Al snel vertelde het vrouwtje echter dat we overdag op het strand hier niet los
mogen. Dat was wat minder, maar een wandeling aan de riem is ook prima. Er
waren veel hondjes met hun baasjes op het strand, zelfs twee shelties. Dus toch nog een fijne middag gehad.
’s Avonds waren
we foto’s maken in Hoorn, wat niet echt een succes was. Vrouwtje wilde graag de
hoofdtoren op de foto zetten, maar dat moest vanaf een bepaalde kant. Welke
kant dat was wist ze precies, de vraag was alleen hoe we daar konden komen. Laat
ik het kort houden. Het werd een lange wandeling, met talloze keren door een of
ander park. Telkens kwamen we echter uit bij de verkeerde kant van de toren. Uiteindelijk
werd daar een foto van gemaakt, maar vrouwtje bleef maar volhouden dat dat echt
de verkeerde kant van de toren is.
Vanochtend kwam
dan eindelijk een droom uit: de baasjes, en wij natuurlijk ook, gingen voor het
eerst van ons leven naar een waddeneiland. Vorig jaar wilden we dat ook al
doen. Een dagje naar Ameland of Schiermonnikoog stonden hoog op het
verlanglijstje. Toen de baasjes echter de bedragen zagen voor de boot, werd dat
idee snel geschrapt. Nu zitten we echter in de buurt van Texel en daar vallen
de tarieven voor een overtocht reuze mee. Het verliep ook allemaal echt soepel.
De baasjes hadden van tevoren online een ticket gekocht en zonder te hoeven wachten
konden we met de boot mee. Nou, kijk eens aan, sommige dingen werken kennelijk
wel goed.
Ikzelf wist
eigenlijk niet zo goed wat ik me moet voorstellen onder een eiland. Eigenlijk
weet ik dat nog steeds niet. Ik zag geen verschil tussen Texel en de rest
van Noord-Holland. Je hebt een paar dorpen en tussenin een hoop weilanden met
een paar boerderijen. In eerste instantie lijken de dorpen rustig, maar in het
centrum is het nogal toeristisch en druk. Overal waren er winkeltjes waar je
iets kon kopen dat van schapenwol gemaakt is van de Texelse schapen.
Pantoffels, wanten, schaapsvachten, en zelfs hele dekbedden kon je kopen.
Is dat nu zout of zoet water? Even proeven.
Na een beetje in de
kleinere dorpen rondgekeken te hebben, reden we helemaal naar het noordelijkste
punt van het eiland. Daar staat een vuurtoren en daar stopten we om naar het
strand te gaan. Ik ben niet zo gauw sprakeloos, maar wauw, zo’n strand heb ik
nog nooit gezien. Overal waar je ook keek was strand. Helemaal achterin zag je
zo’n smalle blauwe streep en daar lag pas de zee. Het was een heel eind
wandelen vóór we eindelijk bij het water waren. En het goede nieuws was: hier
mochten we wel los. Superleuk. We konden eindeloos rennen. Echt een fijn strand
en het uitzicht op de vuurtoren was ook niet onaardig. En je hebt er ook echt
grote golven. Onze watergek Tosha rende meteen het water in om ervan te genieten.
De terugreis
verliep iets minder soepel dan de heenreis. ’s Ochtends kwamen we bij de
terminal aan en mochten meteen de boot op. Nu was de boot echter al vol, dus
moesten we wachten op de volgende boot. Die kwam echter pas een uur later. Dat vind
ik dan weer een nadeel van zo’n eiland. Je bent altijd afhankelijk van zo’n
boot. Ik vond Texel leuk, vooral het strand is geweldig. Maar ja, dat gedoe met
de boot hoeft voor mij dan weer niet. Ik denk dat we misschien beter een keer
in de lente of herfst kunnen gaan als er minder toeristen op de been zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten