zondag 11 augustus 2019

Niet alles klopt


Vóór we op vakantie gaan, gaat het vrouwtje op internet uitzoeken wat we allemaal kunnen bezichtigen. Overal stond dat je naar burcht Satzvey moet als je in de Eifel bent. Volgens de omschrijvingen is dat namelijk ‘één van de mooiste waterkastelen’ en dat moet je dus gezien hebben. Rondleidingen zijn uitsluitend in het weekend.

 
Burcht Satzvey

Vanochtend vertrokken we daarom naar Mechernich. Het was nog een behoorlijke afstand, maar ja, voor zo’n prachtig kasteel moet je wat over hebben. Toen we bij het kasteel aankwamen, moesten we eerst een parkeerplaats zoeken. Was niet zo makkelijk, want je hebt er amper parkeerruimte. Vreemd. Waar moeten al die mensen hun auto kwijt? Het kasteel zag er aan de buitenkant niet onaardig uit. Voor de rest was er helaas absoluut niets te doen. Er was geen bezichtiging en je kon er ook niet omheen wandelen. Dat was echt een teleurstelling. Er waren ook bijna geen mensen. Na vijf minuten zijn we weer vertrokken.

 
Blankenheim

Gelukkig hadden we nog meer punten op de lijst staan. We gingen vervolgens naar Blankenheim. Dat ligt aan de westrand van het Ahrgebergte, daar heb je veel vakwerkhuizen en bovendien is dat de bron van de rivier de Ahr. Ook hier was het overigens uitzonderlijk rustig. Het dorpje was inderdaad de moeite waard. Toen we in de buurt van de kerk waren, kwamen we twee nonnen tegen, met wie de baasjes aan de praat raakten. Het vrouwtje zei op een gegeven moment dat ze Blankenheim echt een mooi dorp vindt. Één van de nonnen legde meteen uit dat het woord ‘dorp’ een belediging is. Dat wil men hier absoluut niet horen. Blankenheim is een ‘Fleck’ en geen dorp. Geen idee wat een ‘Fleck’ is. Misschien zoiets als een gehucht? Blankenheim heeft zo’n achtduizend inwoners, dus voor een gehucht is dat een beetje groot. Allemaal een beetje raar. Voor ons is dat gewoon een dorp. Klaar.




Volgens internet is klooster Niederehe in Űxheim ook iets dat je absoluut gezien moet hebben als je in de Eifel bent. Dat zou namelijk ‘bijzonder bezienswaardig’ zijn. Onze verwachtingen waren dus groot. Het klooster zag er leuk uit aan de buitenkant, maar het wauw-effect had het toch niet. Hetzelfde gold voor de binnenkant. Dus ook hier waren we relatief snel klaar.




In de buurt van Űxheim is ook een waterval: de Dreimühlen waterval. Die wordt overigens ook de Nohner waterval of Drömmeler Spröetz genoemd. Internet had ons al van tevoren gewaarschuwd: de waterval zelf is eigenlijk niets bijzonders. Er is wel iets bijzonders mee aan de hand. De waterval groeit namelijk jaarlijks tussen de 8 en 10 centimeter. Of dat echt klopt, kunnen we niet controleren. Misschien moeten we over een paar jaar nog een keer gaan kijken.

 
Klooster Niederehe

Het was niet zo makkelijk om de waterval te vinden. Is altijd de ellende met watervallen, want die zijn altijd ergens in een bos en daar heb je geen straatnamen. Het vrouwtje had wel een adres opgeschreven, maar dat bleek niet te kloppen. Ons navigatiesysteem stuurde ons de verkeerde kant op. Na wederom op internet gezocht te hebben, lukte het uiteindelijk om de parkeerplaats te vinden. En daarna moesten we wandelen.




Er waren twee wandelroutes: eentje van 400 meter en eentje van 2 kilometer. We kozen voor de korte route. Al snel ontdekten we dat dat de route was voor de echte sportievelingen. We moesten op een smal pad lopen, dat omhoog en omlaag ging en waar je van alles tegenkwam: boomstammen, stenen, rotsen. Voor ons liep een groepje Belgen. De dames van dat groepje hadden sandalen aan, die totaal niet geschikt waren voor zo’n klimpartij. Je hoorde ze ook continu roepen ‘ik durf dat niet’ en ‘ik glijd uit’. Leedvermaak is natuurlijk niet netjes, maar we hebben er wel ontzettend om moeten lachen.




Bij de waterval was het behoorlijk druk. Was inderdaad niet echt spectaculair, maar wel leuk om te zien. Op de terugweg kozen we voor de lange route. Dat was een weg door het bos met een breed pad, waar we heel gezellig naast elkaar konden lopen. Tja, de kortste route is dus niet altijd de slimste keuze.




’s Avonds was het gelukkig droog. We besloten om hier in de omgeving een beetje te wandelen. We zitten hier boven op een berg en de boerderij is het enige gebouw in de omgeving. Je kan op een smal weggetje naar beneden wandelen, langs de vlierbessenbomen. Op een gegeven moment kwamen we op een groot grasveld terecht en aan het eind daarvan zou een beek liggen. Stond echter geen water in. Ons maakte het niet uit. Romy en ik konden heerlijk rennen op dat grasveld. Was echt genieten. Wat een super vakantie is dit toch. Ben helemaal blij.

1 opmerking:

  1. Ik heb met de glimach meegelezen en de foto's zijn plaatjes hoor! De gevels en natuurlijk jullie lieverdjes.
    Er is veel waarvan je denkt bedroevend, maar toch kom je meestal onverwacht dan wel mooie dingen tegen.
    Ik denk dat de nonnen een gemeente bedoelden, al weet ik het niet zeker. Gelieve niet alle Belgen nu op sandaaltjes voor te stellen als ze door de modder ploegen. Dat doen we niet, maar gillen des te meer. Fijn blog!

    BeantwoordenVerwijderen